| |
                             
Energieleveren.nl
- nieuwe statistieken
Evolutie
van PV registraties tot 1 MWac volgens EDSN portal
Basisgegevens
© EDSN, status datum
update energieleveren.nl 1 oktober 2025
voor maand september 2025
In
updates worden alleen cijfermatige toevoegingen / wijzigingen doorgevoerd.
Uitgebreidere
tekstuele aanpassingen alleen als er byzondere zaken zijn te signaleren
Alle grafieken © 2024-2025 Peter
J. Segaar/www.polderpv.nl
Voor introductie
tot / samenvatting van deze nieuwe webpagine, zie het artikel
van 13 september 2024 op de nieuws-pagina
Voor abstract van de huidige update, zie nieuwsbericht van 7
oktober 2025.
Direct
naar de grafieken op deze pagina
https://www.energieleveren.nl/
Inhoudsopgave
Introductie
Op
Polder PV is er de laatste jaren bovenmatig veel aandacht besteed aan
de projectmatige PV markt in Nederland, aan de hand van zeer gedetailleerde
grafische analyses van, onder anderen, de CBS data (laatste "mini
review" van laatste cijfers voor 2023 alhier,
eerste cijfers medio 2024 alhier,
eerste AC capaciteit opgave voor EOY 2024 alhier,
eerste bijstelling AC volume alhier,
eerste generator data 2025 alhier),
de uitgebreide analyses van de RVO data met de status van SDE beschikkingen
(laatste voor 1 juli 2025 alhier,
vervolg is in de maak), de ook zeer gedetailleerde beschouwingen van
de complexe VertiCer cijfers van de gecertificeerde markt (maandrapport
september 2025 alhier),
etc. Dat is beslist niet zonder reden: qua capaciteit heeft de projectenmarkt,
of, zo u wil, het "bedrijfsmatige" marktsegment, al lang,
sedert 2019 (eerste grafiek in artikel
13 juni 2024), de eerste plaats bezet, en heeft dat grote segment
dus op de totale zonnestroom markt de hoogste impact, ook wat te verwachten
/ berekende / daadwerkelijk gecertificeerd bemeten productie betreft.
Uiteraard
rapporteert Polder PV ook op talloze andere / "lagere" niveaus
over zonnestroom statistieken, zoals op het niveau van netbeheer (voorbeelden
Stedin,
Alliander),
en natuurlijk ook m.b.t. diverse segmentaties op basis van de CBS statistieken
(laatste gedetailleerde totaal overzicht voor medio 2023 alhier).
Dit zal gecontinueerd worden, waar dat mogelijk is, maar de nadruk zal
bij Polder PV op de grotere projecten markt blijven liggen. Dagelijks
wordt daartoe zijn uitgebreide projecten database bijgewerkt (momenteel,
begin oktober 2025, ruim 11,8 GWp aan netgekoppelde capaciteit omvattend,
resp. 14 duizend entries "single-sites").
Op
deze pagina presenteert Polder PV updates van de actuele stand van zaken
bij energieleveren.nl. Een data portal wat inmiddels "het lagere
marktsegment" omvat. Met registraties tot 1 MWac.
Energieleveren.nl
statistiek
Wat
aanvankelijk wat aarzelend en "onbemind" was begonnen, om
met name residentiële PV installaties geregistreerd te krijgen
(zie o.a. het artikel over de voorganger, het zogenaamde Productie Installatie
Register, PIR, van
6 oktober 2014), is inmiddels, door allerlei verbeteringen en wettelijke
registratie verplichting, een representatieve database geworden voor
met name de kleinere installaties. De informatie wordt toegankelijk
gemaakt op de website energieleveren.nl.
De grote projecten vinden we daar echter niet, het register is namelijk
aan de bovenzijde afgegrensd op PV installaties (beter: registraties)
per stuk kleiner dan 1 MWac (1 megawatt AC-zijdig vermogen,
derhalve aan de zijde van de afgifte kant van de omvormers). Kijken
we alleen naar het nominale generator vermogen, voor installaties per
stuk 1 MWp of groter, zitten de huidige door Polder PV bijgehouden grote
projecten daar dus niet bij. Dat zijn er momenteel minimaal 1.491, met
een verzameld vermogen van ruim 9,3 GWp (NB: zogenaamde "single-sites").
Dat is dus het (minimale) volume wat NIET in het energieleveren.nl register
is opgenomen, in weerwil van suggesties
in de richting dat dat register "alle" PV vermogen zou
omvatten. Wat dus pertinent niet waar is. Veel van deze grote projecten
hebben meer dan 1 SDE beschikking, die mogelijk separaat zijn aangemeld
(apart bemeterd, met eigen bruto productiemeter en, mogelijk EAN code).
Het totale aantal "meldingen" groter dan 1 MWp is dus zeer
waarschijnlijk nog een stuk hoger.
Op
de website van energieleveren.nl worden sinds maart 2024 ook cijfers
gepubliceerd over de voortgang van zaken daar. Deze Open Data zijn afkomstig
uit het Centrale Registratie van Systeemelementen (CERES), wat als opvolger
van het oude "PIR" register gezien kan worden. Zie ook het
bericht van de kleine netbeheerder Coteq Netbeheer, daar over (13
juli 2020). In het huidige overzicht zullen deze cijfers in context
worden geplaatst, van extra berekeningen worden voorzien, en, uiteraard,
grafisch worden verbeeld, zoals u gewend bent van Polder PV. Waar mogelijk,
en als er tijd voor is, zal Polder PV proberen een maandelijkse update
van de cijfers te laten zien op de huidige webpagina. Uiteraard hoort
bij de cijfers van energieleveren.nl ook een toelichting, en een verklaring
van de betekenis van die data. Die vindt u direct hier onder.
Technische
voetnoten
(1) Penvoerder van
energieleveren.nl is de al jaren wat op de achtergrond van het publieke
domein opererende organisatie "namens de netbeheerders", EDSN
(Energie Data Services Nederland), een dienst die allerlei ingewikkelde
energiedata verzamelt, controleert, en deelt, om uitvoering van het steeds
complexer wordende taken pakket van energieleveranciers en netbeheerders
mogelijk te maken.
(2) Het energieleveren.nl
dossier bevat uitsluitend PV projecten waarvan het vermogen van (het totaal
aan) de omvormer(s) kleiner is dan 1 MWac. Grotere installaties
cq. projecten ontbreken in dit bestand, en dat missende segment heeft
een zeer grote omvang, wat capaciteit betreft (zie introductie).
(3) De opgegeven vermogens
zijn dan ook NIET, zoals te doen gebruikelijk, de generator vermogens
(die drukken we altijd uit in kWp, MWp, e.d.), maar in AC capaciteit.
Bij de wat grotere projecten "onder de 1 MWac" zal het dan om
de met de netbeheerder gecontracteerde AC capaciteit gaan. Bij
alle kleinverbruikers (KVB), met aansluitingen tm. 3x 80 ampère,
is er nooit zo'n contract. De netbeheerder moet dergelijke KVB installaties
nog altijd preferent, zonder contract, accepteren. Hier zitten ook de
nodige installaties bij bedrijven (met name MKB), kleinere instellingen
e.d. bij, het specifieke volume daar is echter niet bekend. De residentiële
sector ("woningen") heeft hierin uiteraard een dominant aandeel,
gezien het enorme aantal installaties bij huishoudens.
(4) Omdat het energieleveren.nl
register met AC vermogens werkt, zijn de hier weergegeven data dus absoluut
niet zonder meer vergelijkbaar met de al lang gepubliceerde CBS statistieken,
die lange tijd van het generator vermogen zijn uitgegaan (DC-zijdig van
de omvormers). Hierbij meteen een waarschuwing: de dimensionering van
omvormers t.o.v. de generator kan ook bij kleinere projecten zéér
verschillend zijn, dus er kunnen beslist géén generieke
rekenregels worden gebruikt, elke situatie is weer anders. Desondanks
wordt op de energieleveren.nl website geclaimd: "Het wattpiekvermogen
is gemiddeld 5% hoger dan het omvormervermogen". Er hoort beslist
een pot zout bij die claim. Het CBS is naast generator vermogens namelijk
recent ook AC omvormer capaciteiten gaan publiceren. En zij komen voor
de jaren 2022-2024 op een onderdimensionering van 10 tot zelfs 12% van
AC capaciteit t.o.v. DC generator vermogen, in hun registraties (PPV
artikel 15 juli 2025). Hier zit dus een fors verschil in aannames
(energieleveren.nl) versus vaststellingen (CBS).
(5) EDSN claimt dat
"ongeveer 90% van de zonnepanelen wordt geregistreerd". Het
is dus beslist geen complete verzameling, ondanks het feit dat registreren
"verplicht is volgens de Nederlandse en Europese wetgeving".
Een aardig drukmiddel is een eventuele (rechtsgeldige) weigering van een
energieleverancier om zonnestroom productie te salderen bij kleinverbruikers,
als blijkt (bijvoorbeeld uit aanwezigheid van een slimme meter, of een
ander type meter die zowel netafname als netinvoeding registreert), dat
er zonnestroom wordt ingevoed door de klant. De meeste klanten laten in
zo'n situatie dan alsnog hun, mogelijk zelfs oude, installatie registereren
bij energieleveren.nl. De vraag wat er dan zal gebeuren, als op 1 januari
2027 de nu al 21 jaar oude salderingsregeling komt te vervallen, blijft
vooralsnog onbeantwoord.
(6) Naast het missende,
geschatte percentage van 10% (zie hier boven) zal, omdat het op energieleveren.nl
om door derden ingevoerde registraties gaat, het register structureel
achterlopen bij de feitelijke realiteit. Er staat altijd al meer capaciteit
on-line, dan de huidige statistiek update. Hoeveel meer, is een niet te
beantwoorden vraag.
(7) Een belangrijke
extra vingerwijzing, is het feit dat het aantal registraties niet overeenkomt
met het aantal adressen waar PV-installaties aanwezig zijn. Er zijn altijd
meer registraties, dan aansluitingen, respectievelijk, adressen, omdat
er per aansluiting / adres meer dan 1 gemeld PV-project aanwezig kan zijn.
Bij de aantallen is er dus altijd een overschatting t.o.v., bijvoorbeeld,
het "aantal woningen met PV". Niet duidelijk is, hoe hoog die
overschatting dan wel is.
(8) Vanwege de afgrenzing
"tot 1 MWac", zal in ieder geval de complete kleinverbruikers-markt
(KVB) te vinden zijn in de EDSN statistieken, exclusief de nog niet aangemelde
installaties. En slechts een kleiner deel van de grootverbruikers-markt
(GVB), met aansluitingen groter dan 3x 80 ampère, en per aangemelde
installatie minder dan 1 MWac. Ook daar kunnen verder statistische complicaties
optreden, omdat er zowel meer dan 1 aansluiting per adres kan zijn, als
meerdere (aangemelde) PV projecten per aansluiting. Er moet per aansluiting
worden gemeld. De aantallen zijn dan ook niet in lijn te brengen met "het
aantal project sites", zoals Polder PV bijhoudt (verzameling installaties
op 1 erf / 1 eigenaar). Polder PV heeft vele honderden project sites in
zijn overzicht waarbij, vaak in verschillende fases, meerdere PV installaties
zijn aangebracht die waarschijnlijk, indien per stuk kleiner dan 1 MWac,
deels separaat staan ingevoerd in dit register, omdat ze vaak (een) nieuwe
omvormer(s) hebben. Deel installaties met een nieuwe omvormer moeten als
"nieuwe installatie" worden aangemeld bij energieleveren.nl.
(9) Op de website
van energieleveren.nl is ook een FAQ
pagina aanwezig, met technische vragen over opgaves, wijzigingen,
en verwijderen van PV installaties in het register.
(10) Volgens de eerder
aangepaste homepage van de website zouden er reeds "meer dan 3 miljoen
installaties" zijn aangemeld. Niet duidelijk is, wat daarvan het
PV aandeel is, al zal dit beslist het dominante deel zijn van het geheel.
In het huidige overzicht is het totale volume voor zonnestroom genererende
installaties inmiddels opgelopen tot bijna 3,26 miljoen exemplaren†.
Er worden bij deze website ook andere duurzame energie producerende installaties
zoals kleine windturbines geregistreerd. Uiteraard vallen de aantallen
daarvan compleet in het niet vergeleken bij de aantallen PV registraties.
(10) Sinds juli 2024
is er ook een registratieplicht
voor netgekoppelde accu's / batterijen (BESS) met een vermogen tot 1 MWac,
bij energieleveren.nl. Er moet ook "met terugwerkende kracht"
worden bijgewerkt, dus ook oudere opslag systemen moeten worden aangemeld.
Daar zijn nog geen zuivere statistieken van voorhanden. Bij de start zouden
er zo'n 700 registraties zijn in dit nieuwe dossier.
Sinds eind augustus
2025 moeten alle netgekoppelde batterijen groter of gelijk aan 0,8 kW
worden gemeld, zie daarvoor het bericht op de website van RVO (26
augustus 2025), en het nieuwe
aanmeld portal bij Netbeheer Nederland, waar ook de nodige documenten
met voorschriften zijn te vinden.
Het CBS is wel het
grote marktsegment voor BESS systemen gaan
inventariseren, met opslag systemen groter dan 1 MWh per stuk. In
hun voorlopige resultaten voor de jaren 2022-2024, blijkt die markt hard
te zijn gegroeid, van 23 naar 84 stuks, resp. met een totaal opgestelde
capaciteit van 157 naar 620 MWh. De verwachting is dat deze cijfers nog
zullen worden bijgesteld, en dat de marktgroei flink zal blijven doorzetten.
(11) Vanaf de maart
2025 update zijn op deze web pagina voor alle grafieken, en voor de toelichtingen
/ berekeningen de oorspronkelijke data voor PV installaties uit de Open
Data tabel gebruikt. Voorheen werd voor een deel van de grafieken gebruik
gemaakt van de fors afgeronde waarden op de energieleveren.nl website.
Dit heeft verder weinig gevolgen voor het gros van de grafieken. Alleen
bij afgeleide berekeningen, is de vorm van de curves soms iets verschillend
(met name bij de gemiddelde capaciteit van de nieuwe installaties in
paragraaf 4).
(12) In een nieuwsbericht
van 2 juli 2025 meldt EDSN dat het "Installatie Register (CERES)
succesvol [is] vernieuwd", en dat het "klaar zou zijn voor de
toekomst". Het register zou op 6 mei 2025 geheel zijn vernieuwd en
succesvol live zijn gegaan. Ik ben benieuwd of dit nog impact op de bij
energieleveren.nl gepresenteerde data zal gaan hebben.
† Volgens
optelling van de accumulaties bij de drie afzonderlijke categorieën.
De optelling van deze cijfers onder "kleinverbruik" resp. "grootverbruik",
komt in de update van september 2025 echter voor de maanden juli tm. september
2025 duidelijk lager uit, wat onmogelijk is. Deze discrepantie is door
Polder PV in september al gemeld bij de verantwoordelijke instantie, EDSN.
Hier is nog geen antwoord op gekomen.
Grafiek
sectie data energieleveren.nl
De update datum voor
deze grafiek sectie is 1 oktober 2025 volgens
de opgave van energieleveren.nl, met status van de data tot en met eind
september 2025. De afgeronde waarden werden op 6 oktober 2025 op de website
gepubliceerd. De grafieken op de energieleveren.nl site hebben als update
datum 3 oktober 2025.
(1)
Cumulatief en nieuw aantal maandelijkse registraties van PV installaties
< 1 MWac
1a
- evolutie aantallen registraties, volledige reeks

In
deze eerste grafiek worden o.a. de data voor het "totaal aantal
registraties" van PV-installaties per stuk kleiner dan 1 MWac getoond,
volgens opgave van energieleveren.nl, en weergegeven in de zwarte curve
(referentie: rechter Y-as). Deze evolueert van 1.514.734 exemplaren
eind juni 2021, tot ruim het dubbele niveau, 3.255.414 stuks††,
begin oktober 2025 (Open Data opgave). Vanaf begin 2023 is er een lichte
versnelling zichtbaar, maar het tempo vlakt vanaf medio dat jaar weer
af. Desondanks zijn we eind juni 2024 al op ruim 3 miljoen "installaties"
gekomen (meer precies, 3.018.047). Al moet daarbij meteen worden vermeld,
dat het feitelijk om "registraties" gaat, waarbij er meerdere
geregistreerde installaties op een en hetzelfde pand / complex kunnen
voorkomen. Dit is endemisch in Nederland, uitbreidingen zijn in ons
land schering en inslag, zowel op woningen, als bij bedrijven en instellingen.
Het moet dus beslist niet verward worden met, bijvoorbeeld "het
aantal woningen met PV" in Nederland. Voor een Polder PV analyse
van CBS cijfers daarover, zie het artikel
van 20 augustus 2024. In de update van 15 juli 2025 geeft het CBS
voor installaties op woningen voor eind 2024 2,98 miljoen exemplaren
aan. Energieleveren claimt voor het totaal aan installaties kleiner
dan 1 MWac eind 2024 3,13 miljoen registraties. Het verschil, grofweg
zo'n 150 duizend installaties, zit hem waarschijnlijk in de "niet-woning"
installaties die in de huidige statistiek worden meegeteld.
††
Volgens optelling van de drie afzonderlijke categorieën. De optelling
van de aantallen bij kleinverbruik resp. grootverbruik, komen in de
september update echter voor de maanden juli tm. september 2025 beduidend
lager uit, wat onmogelijk is. Deze discrepantie is al in september direct
gemeld bij de data verantwoordelijke, EDSN, door Polder PV.
Groei
per maand - niveau blijft zeer laag in het nieuwe jaar
In
de groene kolommen heb ik de afgeleide nieuwe maandvolumes weergegeven,
met als referentie de linker Y-as. Er is aanvankelijk een zeer forse
toename van de nieuwe volumes per maand te zien, tussen de 28 duizend
(aug. 2021) en een record, van 68.383 nieuwe registraties, in maart
2023. Dat niveau bleef nog een drietal maanden zeer hoog, maar vanaf
juli 2023 kwam de klad in het aantal nieuwe registraties. Het viel terug
naar zo'n dertigduizend nieuwe exemplaren rond de jaarwisseling 2023/24,
veerde in maart weer iets op, maar is sindsdien zeer fors afgenomen,
om in augustus 2024 uit te komen op een voorlopig nieuw dieptepunt van
nog maar 14.212 nieuwe registraties. In september en oktober volgden
gelukkig weer iets hogere groei cijfers, van 18, resp. ruim 22 duizend
nieuwe registraties. In november 2024 tm. januari 2025 was er echter
weer een terugval naar bijna 19 duizend, resp. minder dan 15 duizend
exemplaren. In februari tm. april 2025 waren er weer marginale verbeteringen
te zien, met, volgens het Open Data portal, 16.225, 17.235, resp. 17.329
nieuwe installaties (januari: 14.982 exemplaren).
Mei
2025 leverde een nieuw historisch dieptepunt op, met slechts 12.565
nieuwe registraties, wat ruim 58% lager ligt dan de nieuwbouw in mei
2024. Juni volgde met een bescheiden opleving, met 14.280 nieuwe installaties,
wat 44% lager ligt dan de aanwas in juni 2024. Maar in juli werd het
weer wat minder, met 13.565 nieuwe installaties. 38% lager dan de groei
in juli 2024.
In
(vakantiemaand) augustus 2025 werd het nieuwe absolute dieptepunt bereikt,
met nog maar 10.109 nieuwe gemelde installaties, 29% minder dan de 14.212
exemplaren in augustus 2024. September deed het slechts iets beter,
met 10.856 nieuwe registraties, 41% lager dan de aanwas in september
2024. Wat destijds ook al 62% lager lag dan het volume voor september
2023 (47.648 nieuwe registraties).
Mogelijk
was de significante terugval in augustus 2023 en later, na enkele records
in de voorafgaande zomermaanden in dat jaar, mede het gevolg van de
invoering van extra vastrecht kosten voor klanten van Vandebron met
zonnepanelen, als eerste "pionier" in de stroommarkt, en de
daar op volgende felle discussies in het publieke domein (zie bericht
in het salderings-dossier op Polder PV). Diverse energieleveranciers
volgden Vandebron, met name in 2024. Op verschillende fora, in talloze
nieuwsberichten, en programma's verhevigde de polemiek over deze extra
kostenpost bij PV eigenaren, en er na volgden nog eens twee schokgolven:
de Senaat stemt tegen het 7 jaar lang voorbereide, en door de Tweede
Kamer goedgekeurde wetsvoorstel afbouw salderen, 13
februari 2024, en "salderen wordt afgeschaft per 1-1-2027",
volgens de budget toelichting van het nieuwe kabinet, op
16 mei 2024. Vervolgens ging de Tweede Kamer definitief "om",
waarbij het wetsvoorstel voor het afschaffen van salderen werd
aangenomen. De Senaat gooide ditmaal geen roet in het eten. Het
wetsvoorstel kreeg
op 17 december 2024 definitief groen licht. Na 23 en een half jaar,
zal op 1 januari 2027 definitief niet meer "gesaldeerd" mogen
worden door kleinverbruikers. Polder PV heeft hiertoe een "aftel-teller"
op de homepage van de website gezet. Die vandaag op 451 dagen staat,
tot "het moment suprème" zal zijn aangebroken.
Het
is zeer waarschijnlijk, dat de zeer forse teruggang in de nieuwe registraties
in het "kleinere marktsegment" (tot 1 MWac), door deze significante
maatschappelijke / politieke ontwikkelingen in hevige mate zijn beïnvloed.
Twee
extra trends
In
de grafiek heb ik nog twee trends toegevoegd.
Ten
eerste de gemiddelde maandgroei per kalenderjaar, weergegeven
met horizontale streepjeslijnen bij de betreffende jaren. Voor 2021
zijn (nog) geen hele kalenderjaar cijfers voorhanden, met maandelijkse
aanwas cijfers over 6 maanden. Het gemiddelde voor dat jaar kan dus
enigszins kunstmatig uitpakken, omdat niet over het hele jaar is gemiddeld,
i.t.t. de gemiddeldes voor 2022 tm. 2024. Desondanks kan worden gesteld
dat, na een kennelijke groei van gemiddeld bijna 32 duizend nieuwe registraties
per maand in de tweede jaarhelft van 2021, via bijna 41 duizend nieuwe
exemplaren in het complete kalenderjaar 2022, er een record gemiddelde
groei is waargenomen, van bijna 53 duizend nieuwe registraties per maand
in 2023. Daarna viel het, met de laatst bekende resultaten, in 2024
terug naar gemiddeld bijna 25 duizend nieuwe registraties per maand.
"Slechts" 47,0% van het niveau in recordjaar 2023. Maar wel
nog een respectabele, 78,4% t.o.v. het niveau in het 2e half-jaar van
2021.
In
de eerste drie kwartalen van 2025 was het gemiddelde slechts 14.127
nieuwe registraties per maand. Ten opzichte van het al flink tegenvallende
jaar 2024 is dat een niveau van nog maar 56,9%, voor het maandgemiddelde.
De sub 1 MWac markt is zeer duidelijk "structureel afgekoeld",
dat mag duidelijk zijn.
Ten
tweede, heb ik door Excel een 12-maandelijks voortschrijdend gemiddelde
laten uitrekenen en tonen, in de vorm van de gestippelde curve. Na een
duidelijke piek in het voorgaande jaar, rond augustus / september 2023,
is er een beduidende, structurele afkoeling in dit "kleiner dan
1 MWac segment" te zien. De vraag is, hoe "diep" het
dieptepunt gaat worden, en of er eventueel op middellange termijn sprake
zal zijn van een - licht, liefst structureel - herstel. Dat zal van
veel factoren afhangen. Om de kosten van een PV-systeem hoeft geen burger
of kleinbedrijf met wat spaargeld (met weer aardige rente opbrengsten)
het niet meer te doen. Solar is nooit zo goedkoop geweest als nu. Bloomberg
had het in
hun global outlook begin 2024 over "record low" marktprijzen
voor PV panelen. Daar gaat komende tijd nog wat van af (tweet
op "X"), en dat zal nog steeds het einde niet zijn aan
de kostprijs reductie. Ook al omdat de wereldvreemde administratie in
de Verenigde Staten tot een absurde importheffingen politiek heeft besloten,
waardoor de Chinezen ook die "kansloze" (?) panelen mogelijk
in Europa kwijt zouden willen. De productie daar draait immers op volle
toeren, er is al lang sprake van forse overproductie.
Voor
de capaciteit, met daarin ook nog een segmentatie in drie grootteklasses,
zie de vergelijkbare grafiek opgenomen in paragraaf
3.
1b
- evolutie aantallen registraties, kalenderjaren gegroepeerd per maand

In
deze 2e grafiek met aantallen nieuwe registraties per maand zijn de
jaren gegroepeerd per maand en van een eigen kleur voorzien (september
2025 in huidige update toegevoegd). Alle maand volumes zijn bovenaan
de kolommen cijfermatig weergegeven. Hiermee is de langjarige trend
ook goed terug te zien. In de 2e jaarhelft
van 2021 lagen de volumes op een "relatief bescheiden"
niveau, tussen de 28 en 34 duizend nieuwe registraties per maand. Waar,
dat moet ook beslist worden gezegd, veel landen toen al stikjaloers
op waren. In 2022 waren
alle nieuwe maandvolumes in de tweede jaarhelft al een stuk hoger dan
in 2021, vooral in september tm. november. De eerste jaarhelft was de
maandelijkse groei iets lager dan in de 2e jaarhelft (bijna 221 versus
270 duizend nieuwe installaties).
In
2023 lagen de nieuwe
maandvolumes vervolgens weer (ver) boven de waarden voor 2022, met name
tot en met juli. Alleen augustus en september deden het toen nog (iets)
beter, maar vanaf oktober 2023 vielen de nieuwe maandvolumes fors terug,
en belandden ze onder de equivalente maandvolumes in het voorgaande
jaar. In 2023 is vanwege deze trend, de eerste jaarhelft veruit het
succesvolst geweest, met ruim 370 duizend nieuwe registraties, t.o.v.
de bijna 265 duizend nieuw in de 2e jaarhelft. Daarmee kwam de cumulatie
in die laatste 6 maanden al iets uit onder de nieuw genoteerde 270 duizend
registraties in het voorgaande jaar.
2024
bleef vér achter op de volumes in 2023, bleef zelfs achter op
het nieuwbouw niveau in 2022, en gleed vanaf mei stapsgewijs verder
onderuit bij genoemde nieuwe volumes in 2023. Om in augustus een nieuw
dal te bereiken, van 14.212 nieuwe registraties. Dat is nog maar 33%
t.o.v. augustus 2023, 40% t.o.v. het niveau in augustus 2022, en ruim
de helft van het niveau in augustus 2021. In september en oktober 2024
krabbelde de markt weer wat op, met 18, resp. 22 duizend nieuwe registraties,
in november en december viel het weer terug naar 19 duizend, respectievelijk
15 duizend nieuwe exemplaren.
De
verdeling over het jaar was ook duidelijk asynchroon in 2024. Het eerste
half-jaar werden 188 duizend installaties toegevoegd, in de tweede jaarhelft
nog maar 110 duizend exemplaren. Een verdeling van 63% / 37% over de
half-jaren, dus.
2025
blijkt ver achter te lopen, met de cijfers voor de eerste drie kwartalen.
Herstel van dit belangrijke marktsegment is nog niet in zicht. Met 15,
16, 2x ruim 17 duizend, mei (minder dan 13 duizend), de ook tegenvallende
ruim 14 duizend (juni), resp. 13,6 duizend nieuwe registraties in juli,
volgde de "all-time low" in augustus, met slechts 10,1 duizend
nieuwe meldingen, in september slechts iets beter, met 10,9 duizend
nieuwe exemplaren. De eerste negen maanden van 2025 sluiten voorlopig
af met 127.146 nieuwe exemplaren, wat bijna 48% lager ligt dan de ook
al flink tegenvallende eerste 3 kwartalen van 2024 (242.194 exx.).
(2)
Cumulatieve capaciteit per grootte klasse en totalen installaties <
1 MWac

In
deze derde grafiek is een uitsplitsing gemaakt naar de omvormer
vermogens (MWac) voor drie afzonderlijke grootte categorieën,
installaties kleiner dan 5 kWac (dominant residentieel, blauw),
geregistreerde projecten tussen 5 en 15 kWac (nog steeds dominant residentieel,
en kleinere projectjes op boerderijen, MKB, kleinere scholen e.d., oranje),
en de enorme verzamelbak registraties tussen 15 en (minder dan) 1.000
kWac (MKB, grotere boerderijen, gemeentelijk vastgoed, talloze "kleinere"
industriële installaties en andere projecten in het zeer populaire
bedrijfs-segment van enkele honderden kilowatten per bedrijfs-erf, groen).
De drie categorieën zijn gestapeld weergegeven, met bovenaan, in
zwarte cijfers, de totale volumes. Deze evolueren van 9.407 MWac, eind
juni 2021, tot 19.095 MWac, begin oktober 2025. Dat is inmiddels, ondanks
de merkbare afvlakking in de laatste tijd, al een ruime verdubbeling
t.o.v. de status medio 2021. Bovendien is hiermee weer een piketpaal
verzet: in dit marktsegment is vanaf augustus dit jaar al ruim 19 GWac
volume geaccumuleerd.
Voor
de begin- en eindwaarden is voor alle drie de categorieën ook het
bijbehorende getal weergegeven. We krijgen daarmee met een evolutie
van de volgende verhoudingen te maken tussen genoemde maanden:
categorie
| volume juni 2021 | aandeel op totaal volume juni 2021 >>>
volume september 2025 | aandeel op totaal volume september 2025 | factor
toename september 2025 t.o.v. juni 2021
- < 5
kW | 3.282 MW | 35,0% >>> 7.053 MW | 36,9% | 2,15x groter
- 5-15 kW
| 1.937 MW | 20,6% >>> 4.699 MW | 24,6% | 2,43x groter
- 15-1.000
kW | 4.189 MW | 44,5% >>> 7.343 MW | 38,5% | 1,75x groter
- totaal
3 categorieën | 9.407 MW | 100% >>> 19.095 MW | 100% |
2,03x groter
In
de juli 2025 update is de "puur residentiële" segment
van installaties kleiner dan 5 kWac reeds voor het eerst in de historie
over de 7 Gigawatt (omvormer vermogen) heen gegaan, een zeer hoog aandeel
van vrijwel ongelimiteerd invoedende PV generatoren (ondanks de marktcondities).
Uit
bovenstaande volgt, dat voor de 2 kleinste categorieën de relatieve
aandelen zijn toegenomen in de getoonde periode. En dit voor de grootste
categorie duidelijk is afgenomen, al blijft het aandeel op de geaccumuleerde
volumes momenteel nog steeds het hoogst (38,5% eind september 2025).
Het volume van de geaccumuleerde registraties in de kleinste categorie
is met een factor 2,15 toegenomen, de middelste categorie kende de grootste
groei, met factor 2,43. De grootste categorie nam een factor 1,75 toe
in de getoonde periode. Nemen we alle drie de categorieën bij elkaar,
is de toename een factor 2,03 geweest (verdubbeling van totale volume
sedert juni 2021). De volumes van de kleinste en de grootste categorie
kruipen dicht naar elkaar toe.
Voor
de uit deze grafiek afgeleide maandgroei volumes, zie de volgende
grafiek.
Artificiële
conversie naar generator vermogen en vergelijking met CBS data
Zoals
bij de technische voetnoten gemeld, gaat energieleveren.nl kennelijk
uit van "gemiddeld 5% meer generator (DC) vermogen dan het vermogen
van de omvormers / AC capaciteit". Wat u ook van zo'n boude bewering
mag vinden, als we van de 18,388 GWac capaciteit, eind december 2024,
zouden uitgaan, zou eind 2024 volgens deze claim, er een nominaal generator
vermogen van 19,31 GWp in deze deelverzameling zijn opgenomen (registraties
per stuk minder dan 1 MWac). Voor eind september 2025, met 19,095 GWac,
zou voorlopig voor dit sub 1 MWac marktsegment een generator vermogen
van 20,05 GWp resulteren, uitgaande van genoemde (veronderstelde)
5%. Wederom een nieuwe piketpaal gepasseerd, dus. Vermoedelijk ligt
het generator vermogen op een nog hoger niveau, omdat uit CBS statistiek
data blijkt, dat die verhouding veel hoger ligt dan genoemde 5%.
Gaan
we terug naar eind 2023, met volgens de Open Data van energieleveren.nl
16.771 MWac omvormer capaciteit, zou dat met bovengenoemde 5%, op een
potentiële 17,61 GWp nominale generator capaciteit gekomen kunnen
zijn.
Relatieve
aandelen op totaal volumes
In
heel Nederland stond begin 2025, volgens de laatst
beschikbare CBS update, in totaal 25.635 MWac aan PV capaciteit,
een volume wat trouwens door Polder PV ernstig wordt betwijfeld, gezien
de daar uit volgende, veel te hoge marktgroei in 2024.
De
"sub 1 MWac" markt zou, bij aanname van de CBS data, volgens
deze laatste gecombineerde cijfers een aandeel hebben van 72% van het
totaal volume, bij referentie aan de ge-extraheerde AC vermogens. De
verwachting is, dat het nog neerwaarts aangepast zal worden, omdat de
nodige gerealiseerde grotere, meestal SDE gesubsidieerde projecten (incl.
grote PV daken en zonneparken), nog niet doorgedrongen zullen zijn tot
de CBS data. Daar gaat meestal lange tijd overheen. Eind 2023 was het
aandeel met de huidige, nog niet voor dat jaar gesettelde CBS cijfers,
nog ruim 78%, dus ook daar is al een lichte daling zichtbaar in het
relatieve aandeel. We zullen echter ook, voor eind 2024, rekening moeten
houden met een zeer forse neerwaartse aanpassing van de CBS
cijfers, omdat daaruit momenteel zou blijken dat de jaargroei in 2024
onmogelijk hoog zou zijn geweest, en zelfs 1,4 GWp hoger dan het Nationale
Solar Trendrapport voor dat jaar heeft becijferd. Dit is zéér
onwaarschijnlijk. Dus hoe dit alles op termijn gaat uitpakken is nog
onduidelijk.
Kijken
we uitsluitend naar het < 5 kW marktsegment in het energieleveren.nl
dossier, zou het aandeel van deze "exclusief residentiële"
kleine installaties t.o.v. de totale CBS volumes, gedaald zijn, van
28,8% EOY 2023, naar 26,6%, EOY 2024.
Als
we uitgaan van de capaciteit voor het landelijk volume volgens CBS,
eind 2024 (25,64 GWac), zou dat betekenen, dat, voor eind dat jaar,
er een volume zou overblijven van 7,25 GWac, wat projecten / registraties
betreft, per stuk 1 MWac of meer. Wat 28% van het totale volume
in heel Nederland zou zijn. Hieronder zou het grootste deel van de zonneparken
in Nederland vertegenwoordigd moeten zijn, alsmede vrijwel alle (delen
van) uitgestrekte rooftop projecten op grote distributiecentra. Voor
eind 2023 komt het verschil neer op 4,62 GWac (bijna 22% van EOY volume
CBS), veel lager dus.
Polder
PV heeft voor eind 2024 al ruim 8,8 GWp aan projecten per stuk groter
dan 1 MWp in zijn "Big Sheet" staan, waarbij als kanttekening
geldt, dat talloze projecten meerdere deel-installaties bevatten (Polder
PV telt cumulatief per perceel / eigenaar, niet per "installatie"),
en zogenaamde "multi-sites" niet zijn meegenomen. Dit is inmiddels
een zeer fors verschil, dik anderhalve Gigawatt aan capaciteit, t.o.v.
het afgeleide totale AC volume voor >= 1 MWac projecten. De CBS cijfers
voor 2024 zijn sowieso nog lang niet definitief, en er zullen beslist
nog projecten bij gaan komen, waarvan de netkoppeling (in 2024) nog
niet bekend is.
In
de analyse van het uitgebreid
besproken september 2025 rapport van VertiCer, met uitsluitend
gecertificeerde PV projecten in Nederland, vinden we onder de categorie
projecten groter dan 1 MWp per stuk (generator capaciteit) een volume
van 8,11 GWp terug, eind 2023. Voor 2024 zijn de data nog te onbetrouwbaar
om als uitgangspunt te gebruiken, vanwege enkele nog steeds niet gecorrigeerde,
grote anomalieën in die cijfers. De status eind september 2025
is momenteel 9,83 GWp in dat deel-dossier, waarin mogelijk al wat correcties
zijn doorgevoerd.
Ook
genoemde 8,11 GWp in de wat meer gesettelde 2023 cijfers van VertiCer
geeft een zeer hoog verschil met het hierboven "herleide"
generator volume voor projecten vanaf 1 MWac in het energieleveren.nl
dossier voor dat jaar. Ook al omdat de afgrenzingen iets anders zijn,
en de data updates van verschillende portals beslist niet gelijk opgaan,
blijven dit soort verschillen sowieso moeilijk waterdicht te duiden.
Het verschil is echter wel fors, inmiddels bijna 12% in het voordeel
van de VertiCer data. Het blijft derhalve lastig om dossiers die op
afwijkende wijze tot stand komen, en die bovendien verschillende parameters
hanteren, op hun merites te beoordelen, zolang dit soort afwijkingen
tussen datasets onderling aan de zeer hoge kant blijven. Pas als definitieve
cijfers van het CBS voor 2023 en 2024 bekend zijn geworden, kunnen hopelijk
wat beter onderbouwde conclusies over de verschillen worden getrokken.
(3)
Nieuw geregistreerde capaciteit per maand, per grootte klasse en totalen
installaties < 1 MWac

In
deze vierde grafiek geef ik de uit het
vorige exemplaar afgeleide nieuwbouw volumes per maand weer. Wederom
in een stapelgrafiek, met de drie grootteklassen installaties apart
weergegeven, en bovenaan de totale nieuwe volumes aan ontvangen registraties
per maand bij energieleveren.nl.
Deze
grafiek lijkt uiteraard enigszins op die voor de totale aantallen registraties
opgenomen in paragraaf
1, maar kan op detail niveau wat de totalen betreft beslist af en
toe iets verschillen. Wel is ook hier de maand maart 2023 in de getoonde
historie, en hoogstwaarschijnlijk ook in de complete geschiedenis van
PV in Nederland, recordhouder, met een toename van 371,2 MWac in die
maand, voor alleen het segment tot 1 MWac. Ter vergelijking, in
de update van september 2025 voor uitsluitend de bij VertiCer geregistreerde
gecertificeerde PV projecten (die slechts een beperkt deel
overlap zullen hebben met de installaties in bovenstaande grafiek),
stond voor maart 2023 een aanwas van bijna 343 MWp generator capaciteit
geboekt (wat AC-zijdig beslist nog een stuk minder zal zijn geweest).
Dat was beslist geen "historisch record volume". Deze dossiers
lopen dus beslist niet gelijk op, wat trends betreft, en men dient dan
ook uitermate zorgvuldig te zijn, om deze data verzamelingen op hun
eigen merites te beoordelen. Ze zijn immers, wat opzet betreft, beslist
niet vergelijkbaar, met slechts gedeeltelijk overlap, en ook grote volumes
die niet in het andere dossier (kunnen) voorkomen. Daarbij zorgen ook
de continue wijzigingen bij VertiCer regelmatig voor curieuze, slecht
verklaarbare verschillen bij de cijfer vergelijkingen.
Significante
marktafkoeling segment tot 1 MWac
Juni
en juli 2023 kwamen enigszins in de buurt van maart 2023, maar daarna
kwam ook bij de capaciteit de klad er in, met name vanaf augustus dat
jaar. Er was nog een kleine oprisping met een subtopje in maart 2024
(in totaal 205,4 MWac toegevoegd), daarna ging het rap verder bergafwaarts.
Tot, destijds, het laagste niveau in de getoonde periode, 81,7 MWac
in augustus 2024. September en oktober gaven slechts lichte verbeteringen
te zien, 97, resp. 115 MWac nieuw geregistreerd omvormer vermogen in
die maanden. De laatste 2 maanden van 2024 stelden echter weer teleur,
met slechts 97,3, resp. 87,3 MWac per maand aan capaciteit toegevoegd
aan dit dossier.
In
januari 2025 werd een nieuw dieptepunt bereikt, met 81,0 MWac toegevoegde
capaciteit, iets minder dan vorig recordhouder, augustus 2024. Februari
tm. april gaven slechts bescheiden verbeteringen, met addities van 84,8,
92,1, resp. resp. 91,9 MWac. Mei scoorde tussentijds een dieptepunt,
met slechts 67,2 MWac toename. In juni was er weer een beperkte opleving,
met een toevoeging van 88,2 MWac, maar de daar op volgende zomer / vakantiemaanden
juli en augustus ging het niveau weer verder omlaag, naar 78,9 MWac,
resp. het voorlopig nieuwe "all-time-low" record in augustus,
van slechts 59,7 MWac aan toegevoegde capaciteit. September deed het
marginaal beter, met 63,5 MWac nieuw vermogen.
Ook
hier heb ik de gemiddelde maandvolumes per kalenderjaar weergegeven,
met horizontale zwarte streepjeslijnen voor alleen de totale volumes.
Deze gemiddelde maandwaarden evolueerden van 191 MWac (2021 6 maand
gemiddelde, 2e jaarhelft), via 234 MWac (2022) naar een record niveau
van gemiddeld bijna 284 MWac in 2023. Daarna viel het fors terug naar
een gemiddelde maandgroei van minder dan 135 MWac in 2024. In dit geval,
was dat "slechts" 47,5% van het niveau in recordjaar 2023
(bij de aantallen was het 47,0%). Maar wel nog ruim 70% t.o.v. het niveau
in het 2e half-jaar van 2021. Dat niveau lag voor de aantallen echter
duidelijk hoger, op ruim 78% (paragraaf
1).
2025
heeft een nog veel lager gemiddelde, in de eerste drie kwartalen: slechts
79 MWac, wat nog maar 58,4% van het gemiddelde van heel 2024 is.
Een
zeer significante, onontkoombare afkoeling, derhalve, van het marktsegment
"aan de onderkant van de markt". En slecht nieuws voor Den
Haag, als ze "meters" zouden willen blijven maken van rooftop
solar, resp. het residentiële marktsegment. Wat verder natuurlijk
onweersproken laat, dat de salderingsregeling voor kleinverbruikers
echt op haar laatste tanden liep, omdat die regeling vanwege de fors
toegenomen kosten voor met name "niet zonnepaneel eigenaren"
onhoudbaar is geworden. De Senaat heeft definitief toegestemd, dat salderen
per 1 januari 2027 gaat stoppen. Wat er eventueel voor in de plaats
zou komen is een open vraag. De 21% btw is
er al af, bij de aankoop, veel goedkoper kun je PV systemen voor
particulieren in het huidige tijdsgewricht niet maken, zonder door de
Europese Commissie van "oversubsidiëring" beschuldigd
te worden. Er was sprake van het "verbieden" van kosten voor
de invoeding van zonnestroom door kleinverbruikers bij de leveranciers
in
de Tweede Kamer, maar deze zullen desondanks blijvend de profiel-
en onbalanskosten van de netbeheerders in rekening gebracht krijgen.
Op de een of andere manier zullen die kosten worden gerecupereerd door
de leveranciers, en mogelijk zijn ook niet-zonnepaneel-eigenaren daar
uiteindelijk de dupe van. Wat beslist slecht is voor het vertrouwen
in en acceptatie door de markt.
Ik
heb bij de grootte segmenten ook nog even gekeken wat, per jaargang,
de maximale en minimale aandelen waren, in procent aandeel van de totale
aanwas per maand. We komen dan per jaar op de volgende cijfers:
Hieruit blijkt wel,
dat van jaar tot jaar, en van maand tot maand, de impact, en de onderlinge
verhoudingen van de drie categorieën installaties op de totale maandelijkse
groei cijfers nogal kunnen verschillen. Dit blijkt ook uit de gemiddelde
aandelen per maand, per kalenderjaar. Waren deze, voor de categorieën
< 5 kW/5-15 kW/15-1.000 kW, in de 2e jaarhelft van 2021 nog 37/23/40%,
was dit in de opvolgende jaren voor dezelfde jaarhelft 39/32/29% (2022),
41/28/31% (2023), resp. 38/25/38% (2024). Dit betreft afgeronde deel-percentages,
die niet altijd mooi optellen tot 100%.
(4)
Evolutie van gemiddelde capaciteit per PV registratie energieleveren.nl,
bij accumulaties en bij maandelijkse aanwas

In deze
grafiek laat ik de uit de voorgaande data van energieleveren.nl berekende
gemiddelde capaciteit per PV registratie zien, bij zowel de voortschrijdende
accumulatie (paarse curve,
referentie rechter Y-as), als bij de nieuwe aanwas per maand (oranje
curve, referentie linker Y-as). Beide Y-assen zijn aan
de onderkant "afgekapt" om de evolutie in de loop van de tijd
zo goed mogelijk te laten zien, bij beide parameters.
Accumulatie
Bij de
accumulatie is er, na een min of meer plateau fase tot en met begin 2022,
een opvallend neerwaartse trend te zien. Het gemiddelde AC vermogen van
de gerapporteerde omvormer capaciteit is gedaald, van 6,21 kWac eind juli
2021, tot nog maar 5,87 kWac, eind september 2025. Uit cijfers van het
CBS weten we, dat de gemiddelde generator capaciteit (DC-zijdig, nominaal
vermogen van de verzamelde zonnepanelen), juist is toegenomen
bij woningen, zowel bij de accumulaties, als bij de nieuwbouw per jaar
(zie detail
statistiek in mini-review CBS cijfers door Polder PV).
Welnu,
dit heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat in de huidige verzameling
installaties, alle kleine residentiële zitten, alsmede een grote
hoeveelheid grote projecten van honderden kW per stuk. Die laatste categorie
geeft sowieso een sterk "opwaartse druk" aan het gemiddelde
niveau.
In 2022
kwam een record aantal (kleine !) residentiële installaties op woningen
on-line, volgens dezelfde marktcijfer update van Polder PV (grafiek onder
paragraaf
5 aldaar). Deze enorme hoeveelheid nieuwe kleine PV installaties zal
het gemiddelde vermogen per omvormer (AC-zijdig) flink hebben gedrukt,
en daar zien we hier het resultaat van. De enorme nieuwbouw van PV op
woningen duurde tot ver in 2023 voort, op een iets lager niveau, waardoor
het systeem gemiddelde is blijven dalen. Pas in 2024 zien we min of meer
een stabilisatie van het gemiddelde. Dit is waarschijnlijk het gevolg
van het feit, dat de enorme toevloed van zeer kleine installaties hard
onderuit is gegaan, waardoor het "drukkende effect" van die
subpopulatie steeds meer ongedaan wordt gemaakt. Het vermoeden was aanvankelijk
dat, als de residentiële markt structureel, langere tijd, nog maar
bescheiden volumes zal (blijven) opleveren, en realisatie van grotere
projecten in deze projecten verzameling gelijktijdig zal blijven doorzetten,
dit alles weer zou leiden tot een opwaartse beweging van de paarse curve
in de grafiek.
Daar
lijkt vooralsnog geen sprake van. Er is nu zelfs een zeer vreemde discontinuïteit
zichtbaar, met een "sprong neerwaarts" in juli, en weer een
"opwaartse sprong" in de september rapportage. Wat vreemd is
voor het verloop van de gemiddelde geaccumuleerde capaciteit.
Polder PV vermoedt, dat dit te maken heeft met mogelijk verkeerde opgaves
van capaciteits-volumes, ook omdat er een vreemd verschil is opgetreden
tussen de optellingen van de drie grootteklasses, in vergelijking met
de optelling voor groot- en kleinverbruik, bij de broncijfers. We zullen
later zien of die merkwaardige, onverklaarbare anomalie zal worden gladgestreken.
Nieuwbouw
per maand - effecten op systeemgemiddelde capaciteit
Bij de
maandelijkse berekende nieuwbouw (oranje curve) is het verloop zeer grillig.
Dit heeft natuurlijk te maken met het feit dat de hier getoonde (sub-)
populatie PV systemen uit een mix van zeer verschillende typen projecten
bestaat. Aanvankelijk heel erg veel kleine residentiële installaties,
waarvan de toename echter flink onderuit is gegaan in 2024-2025. En gecontinueerde
nieuwbouw van, t.o.v. residentieel, "middelgrote tot grote"
installaties. Omdat de netto maand-tot-maand groei van dergelijke grotere
projecten zeer grillig verloopt (zie ook de statistieken
van VertiCer, voor uitsluitend de gecertificeerde projecten markt,
DC volumes, zelfs bij de oudere, reeds aardig gesettelde volumes), heeft
dat ook zijn weerslag op bovenstaande grafiek voor de nieuwe maandvolumes
(AC-zijdige capaciteit).
De nieuwe
maandvolumes voor de gemiddelde AC capaciteit schommelen tussen de 6,15
kWac in juli 2021, een dip in augustus 2021 (5,53 kWac), en een hoogste
piek van 6,58 kWac in januari 2022. Vanaf 2022 gaan de gemiddelde capaciteiten
stapsgewijs, op en neer schommelend, naar steeds lagere waardes. Vervolgens
komt er een periode met weer wat hogere waarden, met een max. in augustus
2024 (5,75 kWac), direct gevolgd door de laagste waarde in de grafiek,
5,11 kWac in oktober dat jaar. In december werd de voorlopig laatste hogere
waarde behaald (5,87 kWac), om in het nieuwe jaar weer onderuit te gaan,
gevolgd door een iets hoger niveau, eind mei (5,35 kWac).
In juni
is er plotsklaps weer een forse piek in de gemiddelde gemelde installatie
ontstaan, van 6,18 kWac. Dit werd met name veroorzaakt door een flinke
toename van het vermogen in de grootste hier vertegenwoordigde project
categorie, 15 - 1.000 kWac, met een factor 1,6 t.o.v. de aanwas in mei
(25,2 > 40,2 MWac). De 2 kleinere categorieën groeiden beiden
slechts met een factor 1,1. Omdat de grootste categorie behoorlijk grote
installaties kan bevatten, heeft een sterke groei daar een flink effect
op het gemiddelde van alle installaties in het energieleveren.nl dossier,
zoals we zien.
In juli
- september 2025 waren de niveaus voor de maandelijkse aanwas weer een
stuk lager; in september kwam het uit op een gemiddelde van 5,85 kWac.
Het blijft,
in generieke termen, lastig te duiden wat de betekenis is, van de soms
sterke fluctuaties in het nieuwe gemiddelde installatie vermogen. Mogelijk
zijn het gewoon natuurlijke schommelingen in een rare verzamelbak van
(kleinere) installaties. Vandaar dat ik in paragraaf 5 nader inga op de
segmentaties van die gemiddeldes.
Het verschil
tussen de hier getoonde hoge (6,58 kWac) en lage piekwaarden (5,11 kWac)
is een factor 1,3. Dat is niet zeer groot, maar wel significant.
(5)
Evoluties van gemiddeldes per grootte categorie
Vanwege
de onzekerheden over interpretaties van de gemiddeldes in de gehele populatie,
zoals weergegeven in paragraaf 4, heb ik de detail cijfers van het Open
Data portal van energieleveren.nl er bijgehaald, en een segmentatie kunnen
maken van de evolutie per grootte-klasse. Dan krijgen we de volgende (nieuwe)
grafiek.

In deze
grafiek staan de evoluties van de systeemgemiddeldes in kWac, per grootteklasse,
en voor alle installaties bij elkaar geplot. En wel, in een grafiek met
een logarithmische Y-as, om alle curves mooi gespreid in 1 diagram te
krijgen.
De gemiddelde
systeem capaciteit in de kleinste categorie (installaties kleiner dan
5 kWac, blauw), evolueert
van 2,78 kWac (juni 2021) naar 2,87 kWac, eind september 2025, een bescheiden
groei, dus. De max. lag op 2,89 kWac, in oktober 2023.
De "midden"
categorie, installaties tussen de 5 en 15 kWac, gaf ook een niet spectaculaire
wijziging te zien, tussen de 6,73 kWac, eind juni 2021, naar 6,82 kWac,
begin oktober 2025 (rode curve).
Het meest
significant blijkt de verandering te zijn bij de grotere installaties
(> 15 kWac, maar kleiner dan 1 MWac). Deze zijn weergegeven in de groene
curve , waarbij het gemiddelde systeem vermogen opvallend
daalt, van 87,9 kWac, eind juni 2021, tot nog maar 70,5 kWac, eind september
2025. Kennelijk wordt het minder aantrekkelijk om dergelijke projecten
te entameren, in ieder geval is er een duidelijk trend tot kleinere vermogens
in deze "grootste" sub-categorie.
Het is
met name deze categorie, die de daling in het gemiddelde vermogen van
álle installaties (sub 1 MWac markt) verklaart, weergegeven in
de zwarte curve (hetzelfde als de paarse curve in de
grafiek in paragraaf 4).
(6)
Evolutie van jaarvolumes alle projecten < 1 MWac
In deze
grafiek laat ik de uit de voorgaande data gedestilleerde eindejaars- (EOY)
en jaargroei (YOY) volumes zien voor zowel de opgestelde / toegevoegde
capaciteit (MWac), als de aantallen installaties zien. Dit betreft totaal
volumes voor alle categorieën. Voor 2025 zijn de resultaten nu voor
de eerste drie volledige kwartalen getoond, waaraan natuurlijk nog het
nodige volume toegevoegd zal gaan worden in de laatste drie maanden. Een
volgende update zal verschijnen als de cijfers voor het volledige jaar
2025 zijn gepubliceerd.

In de
grote grafiek staat de eindejaars cumulatie van alle sub 1 MWac installaties
bekend bij energieleveren.nl voor de capaciteit (MWac) in blauwe
kolommen, en de afgeleide jaargroei in oranje
kolommen getoond. Bij een evolutie van 10,6 GWac (EOY 2021) via 18,4 GWac
(EOY 2024) naar 19,1 GWac (QIII 2025) nam de jaarlijkse aanwas toe van
2.813 MWac in 2022 tot het record volume van 3.403 MWac in 2023, in deze
grote sub 1 MWac populatie. In 2024 is er duidelijk een kentering zichtbaar,
met nog maar een aanwas van 1.616 MWac, ruim 47% van het nieuwe volume
in recordjaar 2023. In de eerste drie kwartalen van 2025 is de nieuwe
aanwas momenteel nog maar 707,3 MWac, wat slechts 54% bedraagt van het
volume in hetzelfde tijdvak in 2024 (1.317,3 MWac).
In de
inset linksboven zijn de aantallen bekende installaties in dit segment
getoond, in duizendtallen. Bij een toename van 1,71 miljoen installaties
EOY 2021, tot al 3,13 miljoen exemplaren, EOY 2024, is de jaarlijkse aanwas
grofweg 490 duizend installaties geweest in 2022, nam dit toe naar een
record van 635 duizend exemplaren in 2023, en viel het weer terug naar
298 duizend nieuwe installaties in 2024, 47% van het record volume in
2023.
In de
eerste drie kwartalen van 2025 zijn er nog maar 127.146 nieuwe installaties
bijgetekend in het energieleveren.nl portal. Dat is nog maar 52,5% van
het volume in dezelfde periode in 2024 (242.194 exemplaren).
(7)
Evolutie van aantallen projecten in de sub 1 MWac markt bij klein- en
grootverbruik
In het
portal zelf is er geen onderscheid tussen installaties die vallen onder
kleinverbruik en grootverbruik, maar in de Open Data zijn hiervoor wel
de cijfers voor de aantallen projecten te vinden, maar, helaas, weer niet
voor de vermogens. In de laatste grafiek heb ik de evolutie van beide
marktsegmenten in hetzelfde diagram geplot. Wederom met een logarithmische
Y-as, om de evolutie enigzins te kunnen duiden, vanwege de grote verschillen
in aantallen tussen de 2 marktsegmenten.

Voor
dezelfde periode zijn in bovenstaande grafiek (Y-as logarithmisch) de
aantallen installaties bekend bij Energieleveren.nl, gescheiden weergegeven
voor projecten (kleiner dan 1 MWac per project), aangesloten op een kleinverbruik
aansluiting (KVB, huishoudens en veel kleinzakelijke projecten), resp.
op een grootverbruik aansluiting (GVB, divers spectrum van installaties
bij wat grotere zakelijke projecten / utiliteit). De evolutie tussen juni
2021 en de laatst bekende maand (momenteel: september 2025) wordt getoond.
Duidelijk
is het enorme verschil in aantallen projecten bij de 2 categorieën.
Terwijl het KVB segment evolueert van bijna 1,50 miljoen installaties,
eind juni 2021, naar alweer 3,22 miljoen stuks††, begin oktober
2025, moet het GVB segment het met structureel lageren aantallen doen.
Dat evolueerde van 19.430 exemplaren tot 31.461 exemplaren in dezelfde
periode.††
De toenames
zijn ook duidelijk verschillend in deze periode, ruim 115% groei voor
het KVB segment, en "slechts" bijna 62% voor het GVB deel. De
verhouding tussen KVB en GVB is bij de aantallen ge-evolueerd van een
factor 77 : 1, eind juni 2024, naar een factor van ruim 102 : 1, eind
september 2025. Wel is de groei in het enorm hard gegroeide KVB segment
bij de aantallen duidelijk aan het afvlakken: de curve loopt vlakker vanaf
medio 2023.
††
Zie opmerkingen
onderaan bespreking figuur 1a, "discrepantie"!
(8)
Voorbeeld kaartje distributie gemeentes van energieleveren.nl
Energieleveren.nl
laat ook een drietal kaartjes zien, waarbij verdelingen over de (momenteel,
2025) 342
gemeentes in Nederland zichtbaar zijn gemaakt (die niet uit de publiek
beschikbare cijfers van EDSN zijn af te leiden).
Het gaat
daarbij om de volgende drie kleurrijke kaartjes, waarbij ik de exacte
inhoud heb weergegeven, om verwarring met de soms te onduidelijke titels
te voorkomen:
- Aantal zonnestroom
opwekinstallaties per gemeente geregistreerd bij energieleveren.nl.
Met daarbij de blijvende waarschuwing: een deel niet bekend in dit dossier,
én er kunnen meerdere installaties per adres zijn geregistreerd,
derhalve een overschatting t.o.v. "aantal woningen cq. objecten
met PV-installaties".
- Percentage
aansluitingen met zonnepanelen per gemeente geregistreerd bij energieleveren.nl.
Met daarbij het voorbehoud dat zeker bij de grotere projecten, zelfs
die kleiner dan 1 MWac, het kan voorkomen dat er meer dan 1 aansluiting
binnen een complex kan voorkomen, en dat dus ook het aantal aansluitingen
een overschatting kan zijn, van het werkelijke aantal projecten op erven
van dezelfde eigenaar met meerdere aansluitingen (met op elke aansluiting
1 of meer PV generatoren).
- Gemiddeld geïnstalleerd
omvormer vermogen van PV installaties, per aansluiting, per
gemeente, in kWac. Hiermee krijgen we een beeld van de gemiddelde
omvang van installaties in dit dossier, en welke gemeentes daarbij het
minst resp. het best "presteren". Uiteraard zijn er de nodige
redenen waarom dat in de ene gemeente beter kan uitpakken dan in de
andere, met name waar het de aanwezigheid van voldoende industriële
en andere grotere daken betreft. Dat kan van gemeente tot gemeente fors
verschillen. In mijn eigen gemeente Leiden hebben we erg weinig grotere
geschikte daken voor PV, en blijft de totale, en de gemiddelde project
capaciteit dan ook sterk achter bij andere vergelijkbare gemeentes,
met veel grotere bedrijfsmatig geëxploiteerde daken. Het door energieleveren.nl
verstrekte actuele kaartje heb ik hier onder weergegeven ter illustratie
van de verscheidenheid van de impact per gemeente.

Ditmaal
toon ik weer het kaartje met het gemiddelde omvormer (AC) vermogen per
aansluiting, per gemeente, zoals gepubliceerd in het energieleveren.nl
portal. Zeewolde en Noordoostpolder (Fl.), Boekel, Reusel-de Mierden
en Someren (NB) hebben hier een hoge impact, omdat er zeer veel grotere
eengezinswoningen staan met flink uit de kluiten gewassen residentiële
installaties (Zeewolde), en/of omdat er heel erg veel boerderijen binnen
de gemeentegrens liggen, met forse PV generatoren tot vaak honderden
zonnepanelen per dak. Iets minder sterk is dat effect in de zeer grote
gemeente Hollands Kroon (NH); in de Randstad wordt het bestand in zeer
sterke mate beïnvloed door talloze kleine residentiële installaties
met een beperkt aantal panelen (beperkte ruimte per dak, en veel hoogbouw).
Voor
de overige twee kaartjes, verwijs ik gaarne naar het data portal van
energieleveren.nl.
Samenstelling
van data en grafieken voor deze webpagina voor het eerst gepubliceerd
door Polder PV: 13 september 2024; updates publ. 10 okt. 2024, 5 nov.
2024, 3 dec. 2024, 8 jan. 2025, 11 feb. 2025, 6 maart 2025, 4 april
2025, 7 mei 2025, 16 juni 2025, 2 juli 2025, 6 augustus 2025, 8 september
2025, 7 oktober 2025.
Nieuwe
data zullen in de huidige analyse worden opgenomen, met het daarbij
behorende datumstempel van de betreffende update datum.
|
|