Jaaroverzicht PV CertiQ
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

Zonnestroom in Nederland:
gecertificeerd vermogen

CertiQ 2019 - belangrijkste grafieken zonnestroom
Status update: 2019 1e versie*

Inhoud van deze web pagina:

Introductie
1. Aantallen gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ
2. Capaciteit van gecertificeerde PV-installaties
3. Accumulaties alle project categorieën
4. Gecertificeerde zonnestroom productie tm. 2019
5. Alle wijzigingen in data gepubliceerd door CertiQ
6. Status CertiQ tot en met 2018 t.o.v. status CBS nationaal
7. Jaaroverzicht 2019 - andere belangrijke parameters
Disclaimer CertiQ
Links

Grafieken:
Evolutie accumulatie aantallen installaties per categorie
Evolutie jaarlijkse groei aantallen installaties per categorie
Relatieve groei aantallen installaties per jaar, per categorie
Evolutie accumulatie gecertificeerde capaciteit per categorie
Evolutie jaarlijkse groei capaciteit per categorie
Totale aantallen installaties, capaciteit, en systeem gemiddeld vermogen
Ingeschreven PV installaties per maand (grafiek CertiQ)
Evolutie gecertificeerde zonnestroom productie (GvO's)

Maandopbrengsten zonnestroom 2018 / 2019, berekend door Martien Visser / Entrance (twitter)
Verdeling herkomst landen import garanties van oorsprong elektra voor NL 2019 (CertiQ grafiek)
Evolutie thermische zonne-energie tm. 2019 (grootschalig; CertiQ grafiek)

All graphs © Peter J. Segaar / www.polderpv.nl

Voor "definitieve" CertiQ resultaten 2018 zie deze pagina
Voor eerste CertiQ resultaten 2018 zie deze pagina
Voor "definitieve" CertiQ resultaten 2017 zie deze pagina
Voor eerste CertiQ resultaten 2017 zie deze pagina
Voor preliminaire CertiQ resultaten 2013 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2012 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2011 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2010 zie deze pagina
Voor CertiQ resultaten 2009 zie deze pagina

Voor oudere marktdata CBS en CertiQ zie de hoofdpagina in deze sectie

Introductie tot deze analyse gepubliceerd op 9 januari 2020

* Deze cijfer analyse geeft de eerste, nog zeer voorlopige cijfers van CertiQ voor het jaar 2019, gepubliceerd op 7 januari 2020.
Jaarcijfers kunnen achteraf altijd nog worden bijgesteld, meestal opwaarts. Gezien de zeer hoge nieuwbouw cijfers in de laatste jaren, kan het daarbij om de nodige volumes gaan in de te verwachten bijstellingen. Derhalve, is de referentie 2019* met ster gemarkeerd: nog (zeer) voorlopige resultaten.

Stroom productie data in deze update zijn slechts beschikbaar tm. november 2019, en zullen ook later nog fors, mogelijk zelfs aanzienlijk opwaarts bijgesteld gaan worden door CertiQ. Niet alleen door toevoeging van de productie in december, maar ook later kunnen - opwaartse - bijstellingen worden gepubliceerd.


Introductie

In dit document doe ik zoals te doen gebruikelijk een grafisch verslag van de stand van zaken van de belangrijkste parameters bij CertiQ over het jaar 2019, in relatie tot de (laatst bekende) gereviseerde versies van eerdere jaarlijkse rapportages. Het huidige verslag is gebaseerd op de nog zeer voorlopige eerste kalenderjaar cijfers voor 2019. De verwachting is, dat latere updates nog de nodige (in eerste instantie "forse") bijstellingen zullen gaan brengen.

NB: voor alle grafieken geldt, dat in de jaren 2013-2014, nog flink na-ijlend tot in 2015, project eigenaren hun registratie bij CertiQ moesten her-bevestigen, of dat pas zeer laat hebben gedaan. Dit heeft in die periode de toename van de officiële registraties bij de TenneT dochter flink in de war geschopt, waardoor een chaotisch beeld is ontstaan van de werkelijk opgeleverde projecten in die periode. Het is meermalen voorgekomen dat opeenvolgende maandrapportages negatieve groeicijfers lieten zien, terwijl die projecten natuurlijk niet verdwenen waren, maar fysiek bleven bestaan. Ze moesten alleen "her-ingeschreven" worden. Later zijn de her-registratie verplichtingen strenger geworden, en kan uitgave van Garanties van Oorsprong voor duurzame opwek door CertiQ stopgezet worden als de verplichte her-inschrijving niet tijdig wordt opgevolgd. Het is dus te verwachten dat latere statistieken veel accurater, vollediger, en actueler zullen zijn dan in genoemde "afwijkende" periode, omdat het niet voldoen aan her-registratie verplichtingen onherroepelijk zal leiden tot financiële afstraffing (geen subsidie uitkeringen meer).

Door de bank genomen is echter, vanwege de enorme capaciteitsgroei in recente jaren, het niveau in genoemde periode (2013-2014) zo "laag" geworden, dat die volumes nauwelijks meer opvallen in de evolutie grafieken. En vrijwel geen betekenis meer hebben op de totale capaciteit.


1. Aantallen gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ


Opgelet! CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015) - afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.

In bovenstaande grafiek de laatst bekende cijfers van de aantallen gecertificeerde PV projecten die zijn ingeschreven bij CertiQ, ingedeeld per grootte categorie (aangegeven op X-as, in kWp, van 0,601-1,5, links tm. groter dan 100 kWp, rechts), en weergegeven van kalenderjaar tot kalenderjaar (gekleurde kolommen, zie legenda). Dát CertiQ überhaupt een dergelijke indeling in grootte klasses is gaan maken (in de jaar rapportages), ligt aan ondergetekende, die een expliciet verzoek daartoe reeds in 2010 heeft gedaan. Waar tot mijn grote instemming ook daadwerkelijk gevolg aan is gegeven. Zie de eerste tabel van 31 december 2010, die zo'n eerste segmentatie in grootte categorieën bij CertiQ liet zien.

De eerste resultaten voor het jaar 2019* zijn in de grafiek toegevoegd. Alle andere cijfers (vorige jaargangen) zijn ook ontleend aan de meest recente (bekende) versies gepubliceerd in revisies van eerdere jaar rapportages (soms ook zelfs nog aangepast in rapportages van de opvolgende jaargangen). De (eerste) rapportages die aan het begin van het opvolgende jaar worden gepubliceerd, zijn namelijk niet "statisch". Door allerlei administratieve vertragingen, procedurele problemen, nagekomen, met terugwerkende kracht geldende bijschrijvingen, verhuisde en/of afgebroken installaties, andersoortige mutaties e.d., worden de aanvankelijk gepubliceerde data in de loop van de tijd altijd aangepast. Het meest significant vrij kort na eerste publicatie (het opvolgende halfjaar rapport, al is de publicatie daarvan het laatste jaar, in 2019, flink vertraagd). Maar het kan zelfs voorkomen dat ook na langere tijd (tot langer dan een jaar), data nog worden aangepast. Zelfs nádat de laatst bekende detail data zijn gepubliceerd, kunnen in theorie dus nog wijzigingen zijn opgetreden. Polder PV gaat er van uit, dat dergelijke "laatste wijzigingen" de laatste jaren marginaal zullen zijn, en dat het laatst bekende "beeld", zoals bijvoorbeeld in bovenstaande grafiek gevisualiseerd, vrij dicht bij de ultieme "waarheid" zal blijken te liggen. Dát die data op het niveau van de grootte klassen moeten wijzigen, wordt duidelijk uit later bekend wordende veranderingen in de totale volumes (waarbij geen deel segmentaties meer worden gegeven).

Nieuwe accumulaties en voorlopige jaargroei cijfers - aantallen

Het totale volume in het eerste, voorlopige jaaroverzicht van 2019 is een eindejaars (EOY) accumulatie van 21.141 projecten. In de 2018 revisie was het eindejaars-volume voor dat jaar nog 17.399 projecten. Derhalve is de nu vastgestelde "voorlopige" jaargroei in 2019 3.742 nieuwe gecertificeerde installaties geweest, bijna 22% meer dan EOY 2018 waren geaccumuleerd. Het jaarvolume voor 2019 is dus al een forse 39% meer dan de eerder voor 2018 berekende 2.693 stuks. Door de talloze SDE beschikkingen, is dus ook bij de aantallen, de groei opvallend geweest (en zal later, naar verwachting, nog verder omhoog worden bijgesteld). Netto = verschil tussen nieuwe inschrijvingen minus uitschrijvingen in hetzelfde kalenderjaar (!).

Kleinste categorieën

In bovenstaande grafiek zien we hoge volumes bij de 3 kleinste capaciteits-categorieën, links in de grafiek. Dat zijn grotendeels duizenden kleine, residentiële installaties die nog onder de SDE 2008 tm. SDE 2010 "klein" subsidie regelingen konden participeren. Per SDE 2011 (eerste "SDE+ regeling") werd de "ondercap" verhoogd naar 15 kWp, en later, sedert SDE 2012, werd ook een grootverbruik aansluiting verplicht. Derhalve werd het de facto (vrijwel) onmogelijk om als particulier gebruik te kunnen maken van de, qua eisen, steeds "zwaarder" wordende SDE "+" regelingen. Tenzij hij/zij zou participeren in bijvoorbeeld een crowdfund collectief, wat een grotere installatie co-financierde, en waarbij vaak van een SDE beschikking gebruik wordt gemaakt.

We zien in de eerste drie (kleine) categorieën, met installaties tm. 3,5 kWp, en de vijfde deel-categorie (installaties van 4,5-5,5 kWp) aanvankelijk groei tot 2012/2013, waarna de volumes tijdelijke terugvallen. Voor genoemde vijfde categorie was er een zeer lichte terugval in 2015. Dat heeft te maken met een destijds geldende her-registratie verplichting bij CertiQ, waardoor tijdelijk (voor die tijd) behoorlijke volumes uit de databank verdwenen. De meeste van die installaties kwamen na her-registratie weer terug in the picture, en de aantallen groeiden weer verder aan tot in het jaar 2019. De oude niveau's werden in de meeste categorieën door latere groei met installaties die (deels) beslist géén SDE beschikking kunnen hebben gehad (!!)¹, gezien het late tijdstip, en die waarschijnlijk via platforms als Vandebron, en het sedert 2016 actief geworden "groene zusje van Vattenfall", Powerpeers, e.d. zijn ingestroomd, weer overtroffen. Dat soort "platforms" verkopen GvO's van specifieke duurzame stroom producerende installaties door aan eindverbruikers (ze worden "vernietigd" voor het gecontracteerde en gemeten verbruik aan "groene stroom"), en dat kunnen ook / zelfs kleine installaties van particulieren zijn. Vooral de doorgaande groei van het "kleine" segment 3,5-4,5 kWp is hierbij opmerkelijk te noemen. Dat segment stoomde door, van 1.329 (2016) naar 1.444 installaties in (2019, toename van bijna 9% t.o.v. EOY 2016). Nogmaals: deze nieuwe, kleine installaties kunnen onmogelijk een SDE ("+") beschikking hebben gehad ... Er wordt aan dit segment in de vakpers totaal geen aandacht besteed (er wordt over de CertiQ rapportages sowieso bizar weinig tot in het geheel niets, of nauwelijks inhoudelijk verkondigd in de pers, op het achter een pay-wall schuil gaande Energeia na).

De kleinste categorie bleef zelfs in 2017 onder het volume bereikt in 2013 steken, ze verloor tussen 2013 en 2017 (netto) 46 installaties. Wat aangeeft, dat destijds beslist niet alle door CertiQ in 2013-2014 uitgeschreven kleine installaties zich ook daadwerkelijk weer hebben laten her-registreren. En dat er zelfs projecten "verloren gaan". Die zijn óf afgebroken, of wellicht zijn ze overgegaan op een nieuwe eigenaar (die van heg nog steg wist op dit gebied), of men had mogelijk geen zin (meer) in de moeizame bureaucratie van de SDE administratie. En heeft men wellicht zelfs de subsidie gelaten voor wat het was (?). Immers: zonder inschrijving bij CertiQ, geen SDE subsidie (meer). Zowel in 2018, als in 2019, zijn er in deze kleinste categorie tm. 1,5 kWp nog eens extra bescheiden verliezen geweest van 9 resp. 7 projecten. Mogelijk bestaan ze nog, maar ze zijn uitgeschreven bij CertiQ. In de categorie >2,5-3,5 kWp was het "oude" niveau ook in 2017 niet meer gehaald, maar i.t.t. bij de kleinste categorie, groeide het volume later weer door, tot het in 2019 iets meer installaties had verzameld dan in 2013 nog was geregistreerd door CertiQ (2.168 versus 2.155).

De uiteindelijk bereikte accumulaties voor de drie kleinste project categorieën in de voorlopige cijfers voor 2019 zijn achtereenvolgens 2.404 (0,601 tm. 1,5 kWp; 7 projecten minder dan in revisie 2018), 2.141 (>1,5 tm. 2,5 kWp; 13 projecten meer dan in revisie 2018) en 2.168 exemplaren (>2,5 tm. 3,5 kWp; 21 projecten meer dan in revisie 2018). Alleen deze drie categorieën claimden daarmee 6.713 projecten (revisie 2018 nog 6.686), bijna 32% van de 21.141 geaccumuleerde projecten bij het totaal (dat aandeel was voor 2018 nog ruim 38%). Het totale aantal, meestal oude kleinere projecten neemt t.o.v. het gezamenlijke volume stapsgewijs af, omdat er de laatste jaren steeds meer (zeer) grote projecten instromen in de CertiQ databank. De groei bij de kleine installaties is nog steeds zeer bescheiden.

¹ In weerwil van claims of suggesties dat CertiQ alléén maar SDE "+" gesubsidieerde projecten zou bevatten (bijv. artikel Solar Magazine van 7 januari 2020), wat dus beslist niet waar is, noch kán zijn. Wel is het zo dat SDE projecten "dominant aanwezig zijn", met name bij de gerealiseerde capaciteiten (zie ook verderop). Maar CertiQ registreert ook "andere" installaties waarvoor groenestroom certificaten worden aangevraagd. Hoeveel dat er precies zijn, is echter onbekend.

Grotere project klasses

In de andere grootte categorieën, behalve die van 5,5-15,5 kWp (een populaire categorie, omdat de 15 kWp lange tijd een bovengrens is geweest voor "de kleinere systemen" in de SDE regeling), is de groei van de aantallen projecten continu geweest, zonder vreemde terugval. Categorie 3,5-4,5 kWp is hier boven al genoemd. De opvolgende categorie 4,5-5,5 kWp (tegenwoordig goed voor zo'n 15-18 stuks 300 Wp modules, wat een "behoorlijk groot" residentieel dak vergt) is, merkwaardigerwijs, kennelijk niet erg populair geweest onder de oude SDE regimes. De groei bleef na 2011 zeer bescheiden, de accumulatie bleef in 2019 op slechts 492 installaties steken (2,3% van totaal). Dat is wel 39 exemplaren meer dan eind 2018 stond geregistreerd bij CertiQ, maar het blijft een zeer klein volume.

Ongeveer even populair als de drie kleinste project categorieën is de volgende groep, systemen tussen 5,5 en 15,5 kWp. Die van slechts 45 installaties in 2009 sterk groeide naar 2.155 projecten in 2014, even terugviel (waarschijnlijk door her-registratie perikelen), en vanaf 2016 weer in de lift zit, tot 2.396 installaties in 2019 (ruim 11% van totaal, dat was ruim 13% in de revisie van 2018). Er zijn sedert de revisie van de cijfers voor 2018 58 exemplaren aan deze categorie in het voorlopige overzicht door CertiQ toegevoegd.

De twee laatste categorieën zijn vooral van betekenis voor de recentere jaargangen van de SDE (collectief bekend onder "SDE +"), omdat ze groter zijn dan 15,5 kWp. 15 kWp was de ondergrens vanaf SDE 2011, toen ook de "bovencap van 100 kWp" (geldig tm. SDE 2010 categorie "groot") werd opgeheven. Toen is het hard gegaan, al duurde het even voordat de boel echt op gang kwam. De inmiddels wat "aantallen" betreft populairste categorie 15,5-100 kWp groeide van 1 project in 2009 stapsgewijs krachtig door, om in 2019 al op - nog zeer voorlopig - 4.637 projecten te eindigen (bijna 22% van totaal, in de revisie van 2018 was dat nog 19,5%). Er zijn t.o.v. EOY 2018 door CertiQ al 1.061 projecten toegevoegd aan deze belangrijke categorie.

Bij de grootste categorie, groter dan 100 kWp, is de "versnelling" ook zeer duidelijk te zien. Aanvankelijk maar 9 projecten in 2010, vrij langzaam groeiend tm. 2013 tot 49 stuks. Daarna ging het snel, in de reeks 2014 tot 2019 van 133 via 425, 1.018, 1.653, en 3.141, al naar een spectaculair volume van 5.459 grote projecten elk >100 kWp in 2019 (bijna 26% van totaal, in revisie 2018 nog slechts ruim 18%). De groei van deze grootste project categorie is beslist opmerkelijk voor mensen die de marktcijfers niet goed volgen. Al heeft Polder PV zelf al lang door dat het binnen dit segment zeer hard gaat, gezien zijn al jaren bijgehouden enorme overzicht van grote PV projecten (laatste analyse alhier, begin aug. 2019 waren er al 2.944 single-site projecten in die categorie individueel gedocumenteerd). CertiQ voegde maar liefst 2.318 (!) nieuwe projecten toe aan deze grootste categorie t.o.v. 2018.

Polder PV heeft momenteel ruim 40% minder "single-site" PV projecten in zijn sheet staan van deze omvang, maar wellicht worden bij CertiQ óók multi-sites zoals huizenblokken e.d. onder deze categorie geschaard. Of, dat kan ook: verschillende beschikkingen voor een en hetzelfde object / project / erf worden wellicht separaat behandeld cq. ingevoerd, door de TenneT dochter. Polder PV heeft veel grote projecten met méérdere SDE beschikkingen in zijn single-site projecten verzameling staan, waardoor het zeer forse verschil mede verklaard kan worden. Er is natuurlijk ook nog een derde reden: ik zal beslist voor het realisatie jaar 2019 nog zeer veel grotere projecten niet hebben gevonden van die omvang, gezien de enorme groei in de sector. De zoektocht blijft doorgaan, ik heb nog veel overzichten na te vlooien, dus het verschil zal beslist weer kleiner kunnen worden.

Voor de grafiek met de bijbehorende capaciteiten, zie verder naar onder.



Opgelet! CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015) - afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.

In deze tweede grafiek de jaargroei volumes, afgeleid uit het verschil tussen de aantallen geaccumuleerde projecten per deel-categorie weergegeven in de eerste grafiek. Gezien de soms tijdelijke terugval in accumulaties (vanwege het reeds genoemde langdurige her-registratie proces), kunnen hier dus ook in sommige jaren negatieve "groei" cijfers optreden. Die ziet u terug onder de X-as in deze grafiek.

Goed is hier te zien dat voor de jaargang nieuwe realisaties in 2010 het grootste deel in de kleinste 5 grootte klasses ligt (2.987 van 3.805, 79%, tm. 5,5 kWp), de klasse 5,5-15,5 nog een aardige rol speelt met 634 installaties in dat jaar (17%), maar dat het vanaf 15,5 kWp bijna "gedaan" is met projecten. 175 stuks tm. 100 kWp (minder dan 5% van totaal). En nog maar 9 stuks een groter volume. Laatstgenoemden zijn waarschijnlijk enkele projecten van Horizon Energy (later overgedaan aan HVC) die destijds soms meerdere beschikkingen "groot" (elk gecapt op max. 100 kWp) voor een en hetzelfde adres wist te verzilveren.

Ook in 2011 is er een aflopende trend bij de kleinste categorieën (1.515 van 2.602, 58% tm. 5,5 kWp). Hier is de opvolgende categorie 5,5-15,5 zeer populair geweest, met 910 stuks een aandeel van 35% van het totaal innemend. Ook hier nog weinig grotere projecten: 174 tm. 100 kWp (minder dan 7% van totaal), en zelfs maar 3 exemplaren groter dan 100 kWp.

In 2012 was de verdeling gemeleerd. Bij de kleinste installaties was de grootte klasse 2,5-3,5 kWp (toen ook qua aanschaf prijs vaak het maximaal haalbare op een gemiddeld residentieel dak) de grootste, met 372 stuks (48% van 781 stuks tm. 5,5 kWp). De 5 kleine klasses tm. 5,5 kWp namen toen ruim de helft van de totaal 1.550 geregistreerde nieuwe projecten in. Ook hier was weer de klasse 5,5-15,5 kWp de grootste categorie, zei het iets minder dominant dan in het voorgaande jaar: 484 stuks resp. 31% van het totaal. Met 269 stuks had de klasse tm. 100 kWp, al een groter aandeel dan in voorgaande jaren, ruim 17% van het totale volume. Er was ook al een opleving van de nog grotere projecten zichtbaar, 16 maal >100 kWp per stuk. Wat een "marktaandeel" van een procent was in dat jaar (voor de gecertificeerde projecten).

In 2013 en 2014 een zeer verwarrende periode met zéér lage (2013) resp. zelfs 1 maal (2013) en drie maal negatieve groeicijfers (2014). Dit heeft te maken met de her-registratie verplichting, waardoor talloze bestaande projecten niet fysiek verdwenen, maar wel tijdelijk administratief. Vandaar dat er zeer weinig overbleef van de netto nieuwe registraties, wat vooral in 2013 zeer duidelijk zichtbaar is. Van de in totaal (netto) 274 nieuw ingeschreven projecten in dat jaar zijn vooral de grotere exemplaren manifest, wat met uitvoering van met name de SDE 2009-2010 "groot" project categorieën heeft te maken. 63 stuks in de categorie 5,5-15,5 kWp, 131 stuks tm. 100 kWp, en nog eens 21 stuks groter dan 100 kWp werden "netto" ingeschreven (in het totaal zit ook een negatieve groei van netto 5 installaties in de kleinste categorie).

In 2014 werden de tijdelijke uitschrijvingen manifester, met name in de kleinste 3 project categorieën. Toen in totaal 382 projecten tijdelijk "administratief afscheid namen". Alleen in de grotere project klassen werden (netto) positieve groeicijfers getoond (voortgang realisaties eerdere SDE regelingen): 135 stuks tussen de 3,5-4,5 kWp, slechts 3 stuks tussen de 4,5-5,5 kWp, 19 in de voorheen "populaire" categorie 5,5-15,5 kWp, en een fors aantal van 211 tm. 100 kWp. Dat is 3 maal zoveel projecten dan de totale "netto" groei van slechts 70 projecten in dat jaar (nieuwe registraties minus tijdelijk uitgeschreven projecten). Er waren ook nog (netto) 84 nieuwe projecten per stuk groter dan 100 kWp in 2014. Wat de eerste signalen gaf te zien van een "omslagpunt" naar opvallend veel grote project realisaties in de jaren daarna.

De "verwarring" m.b.t. de tijdelijke uit- en weer in-schrijvingen van bestaande projecten duurde voort tot ver in 2015, zoals we weer zien aan negatieve groei cijfers in maar liefst 5 van de 8 door CertiQ onderscheiden grootte klasses. In totaal kwamen er netto in dat jaar slechts 148 nieuwe projecten bij. Grote - tijdelijke - verliezen zien we weer met name bij de kleinste project categorieën, het meest bij de klasse 1,5-2,5 kWp (netto minus 145 projecten). De verliezen bij de categorieën 4,5-5,5 kWp en 5,5-15,5 kWp waren wat minder groot. In totaal werden (netto) maar liefst 414 projecten (tijdelijk) uitgeschreven. Daar stond een (netto) groei tegenover van 562 projecten. Waarvan met name de grootste 2 klassen de grootste volumes voor hun rekening namen: 236 stuks tm. 100 kWp, en maar liefst 292 stuks groter dan 100 kWp. Met name in deze laatste categorie zullen de eerste grotere volumes met beschikkingen vanaf SDE 2011 hebben gezeten, waarin immers de "bovencap" van 100 kWp was verdwenen (met wel de inperking maar 1 aanvraag mogelijk per adres, wat voorheen niet zo was).

Vanaf 2016 lijken de problemen met de her-registraties tot het verleden zijn gaan behoren: er is per klasse weer slechts netto positieve groei te zien. Ook hier weer een zeer duidelijke verschuiving naar realisaties in de grootste project klassen. Tot en met 5,5 kWp werden er 559 installaties (netto) nieuw geregistreerd, 33% van de totaal 1.711 nieuwe installaties. De toevoeging van slechts 87 projecten in de categorie 5,5-15,5 kWp is een schijntje vergeleken met de volumes in 2010-2012, en is in de jaren daarna verder verminderd. Veruit de grootste nieuwe volumes gingen naar de projecten tm. 100 kWp (472 stuks, 28%), en naar de grootste installaties, per stuk groter dan 100 kWp (netto 593 exemplaren, 35% van totaal).

Opvallend in 2017 zijn de behoorlijke aantallen nieuwe projecten in de lagere grootte klassen, met name voor het traject 1,5-2,5 kWp, waarbinnen (netto) 177 nieuwe installaties erbij zijn gekomen. Dit kunnen nooit residentiële systemen met een oude SDE beschikking zijn geweest, omdat de laatsten daarvan uiterlijk zo'n beetje in 2014 moeten zijn opgeleverd. Het zijn dus kennelijk nieuwe particuliere systeempjes (en/of: kleine "zakelijke" installaties achter kleinverbruik aansluitingen), die waarschijnlijk via een van de verschillende platforms voor de verkoop van GvO's van specifiek door stroomklanten gekozen duurzame elektra producerende bronnen aan die afnemers worden "gekoppeld". Zoals bij Vandebron, en de off-shoot van Vattenfall (ex-Nuon), Powerpeers. En, wellicht bijvoorbeeld bij ontzorgende partijen in de lucratieve huursector, die grote volumes woningen met PV systemen kunnen "bundelen", en handel met GvO's een mogelijk interessante "nevenbron" van inkomsten kan zijn. De impact van de 5 kleinste grootte klassen (tm. 5,5 kWp) op het totaal is, met de "definitieve" cijfers van 2017, 340 op 1.717 (bijna 20%) geweest.

Het aantal nieuwkomers bij de voorheen populaire categorie 5,5 tm. 15,5 kWp is, net als in 2016, zeer bescheiden, slechts 79 netto nieuwe projecten (bijna 5%). Het hoogst, daarentegen, blijft, net als in het voorgaande jaar, de impact van de 2 grootste categorieën. Tm. 100 kWp 663 stuks (39% van totaal). En ook de grootste categorie projecten >100 kWp krap hoger dan in 2016, 635 exemplaren (37% van totaal, in absolute zin 7% meer dan in 2016). Waar dat in het toen voorlopige overzicht van jan. 2018 nog op een iets láger niveau lag dan in 2016 (513 stuks t.o.v. 593 exemplaren). Dit laat ook weer zien, dat de voorlopige cijfers van CertiQ altijd met prudentie "genoten" dienen te worden, om foute conclusies over de evolutie trend te voorkomen.

Het in de revisie bekend gemaakte totale nieuwe volume voor 2017 (1.717 projecten netto nieuw) is destijds met 19% toegenomen t.o.v. de voorlopige status in het januari rapport van CertiQ over 2017 (1.441 projecten).

De nieuwe cijfers voor 2018 verbeelden zeer duidelijk, wat ook in komende jaren nog sterker visueel zal gaan worden: nauwelijks nog nieuwe installaties in de kleinere project categorieën, maar voorál in de grootste 2 klassen. De nu "definitief vastgestelde" groei van het (netto) aantal nieuwe installaties in 2018 is 2.693 projecten. Dit is alweer een toename van 453 nieuwe exemplaren t.o.v. het begin 2019 nog geopenbaarde voorlopige volume van 2.240 nieuwe projecten voor 2018, ruim 20% meer projecten. De groei t.o.v. de jaarlijkse aanwas in 2017 (1.717 netto nieuw) is 57% geweest bij de aantallen. Er gingen in totaal 9 projecten in de kleinste categorie "verloren" (diverse redenen mogelijk).

De eerste cijfers voor 2019 bevestigen het "nieuwe beeld" wat 2018 al goed liet zien: zeer weinig kleine installaties, en zeer veel grote projecten. Met nog een extra booster op de laatste ontwikkeling.

Er zijn weer 7 projecten in de kleinste categorie uitgeschreven bij CertiQ (dus niet noodzakelijkerwijs fysiek verloren gegaan). Het totaal volume aan netto bijschrijvingen voor de 5 kleinste klassen was 105 installaties, slechts 2,8% van totaal. Alweer minder dan in 2018 (3,2%, wat véél lager was dan de 20% in 2017). De voorheen populaire categorie 5,5-15,5 kWp is bescheiden gegroeid, met 75 projecten. Hoger dan in 2018 (58 exemplaren), maar lager dan in 2017 (79 stuks). De 2 grootste categorieën, echter, hebben weer (zeer) grote toenames laten zien. Categorie 15,5-100 kWp leverde netto 1.244 nieuwe projecten, 17% meer dan de 1.061 nieuwe projecten in deze categorie in 2018 (revisie data). In de grootste categorie, >100 kWp, zijn zelfs 2.318 (!) nieuwe projecten ingeschreven door CertiQ, 56% meer dan het nieuwe volume in 2018 (1.488 nieuwe installaties). En zelfs een factor 3,7 maal zo hoog dan het nieuwe volume in 2017 (635 nieuwe installaties). Ook hier is weer de enorme schaalvergroting van de projecten markt, gedreven door de SDE subsidies, goed terug te zien.

Voor de grafiek met de bijbehorende capaciteits-groei per jaar, zie verder naar onder.



Opgelet! CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015) - afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.

In deze derde grafiek over de aantallen projecten geef ik de groei van het nieuwe jaarvolume t.o.v. de eindejaars-accumulatie (EOY) van het voorafgaande jaar weer, in procent. De Y-as is logarithmisch, om ook de zeer hoge groei percentages in het eerste jaar, 2010 enigszins in de grafiek "passend" te krijgen. Die hoge groeipercentages in het eerste jaar waren natuurlijk logisch, omdat de SDE regelingen voor grotere projecten slechts moeizaam op gang kwamen in de eerste jaren, en er pas vanaf 2010 een versnelling viel waar te nemen. Let op dat voor 2010 in de grootste categorie >100 kWp geen opgave is gedaan, omdat in het vergelijkingsjaar 2009 die categorie ontbreekt.

In 2011 zijn die percentages al een stuk minder hoog, ditto in 2012, behalve voor de toen nog vrij "nieuwe" categorie >100 kWp, met hoge impact (133% jaargroei t.o.v. EOY 2011). De her-registratie periode 2012-2014 en het nog sterk daardoor beïnvloede jaar 2015 laten "mixed results" zien. 2016 toont percentages tussen de 4,1% in de categorie 5,5-15,5 kWp en een hoge toename van bijna 140% in de categorie >100 kWp. In 2017 liggen voor met name de kleinere grootte klassen de groeicijfers op bescheiden niveaus (1,6 - 9,1%), maar voor de grootste categorieën hoog (40% in de al flink gegroeide klasse tm. 100 kWp, ruim 62% voor de grootste categorie >100 kWp).

In het gereviseerde jaar rapport voor 2018 vinden we nog maar zeer bescheiden - tot non-existente - groei percentages in de kleinste categorieën (behalve een nog aardige 6,8% in categorie 4,5-5,5 kWp), en vooral ook weer hoge groei percentages in de al flinke volumes bevattende grootste segmenten: bijna 46% voor de categorie 15,5-100 kWp, en 90% voor de grootste categorie >100 kWp.

De eerste resultaten voor 2019 laten een vergelijkbaar beeld zien. De groei in de kleinste drie klassen is vrijwel non-existent, bij de volgende drie klassen springt met name categorie 4,5-5,5 kWp er weer uit, met 8,6% groei. Toename in het ooit populaire segment 15,5-100 kWp is iets lager dan in 2018, maar nog steeds een respectabele 37%. Ondanks de al zeer sterk toegenomen aantallen in de grootste categorie >100 kWp, is ook in 2019 de groei daar hoog geweest, al is die iets terug gevallen naar 74% t.o.v. EOY volume van 2018.

Achteraan in de grafiek de jaar groei percentages voor alle systemen bij elkaar (totalen). Met zeer hoge groei voor de eerste drie hier weergegeven jaren (17-134%), nauwelijks tot bijna nihil groei in 2013-2015. En weer relatief hoge, stabiele groei in 2016 (ruim 12%), 2017 (ruim 13%), 2018 (ruim 18%), resp. 2019 (21,5% t.o.v. het - gereviseerde - eindejaars-volume bereikt eind 2018).


2. Capaciteit van gecertificeerde PV-installaties geregistreerd bij CertiQ (nominaal, STC generator vermogen)

Opgelet! CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015) - afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.

Deze nieuwe grafiek, waarin uitsluitend de geaccumuleerde capaciteit per grootteklasse, en per jaargang (kleurcodes in legenda) zijn weergegeven, is vergelijkbaar met de grafiek voor de aantallen installaties per categorie en per jaar. Met uitzondering van het jaar 2009, waarvoor destijds géén capaciteits-cijfers zijn bekend gemaakt. Hierin is meteen duidelijk waarom het binnen de SDE regelingen (die de "major feeders" van de CertiQ databanken zijn geworden) feitelijk gaat: volumegroei in megawattpieken (zonnestroom genererende capaciteit). En die "volumes" worden vrijwel niet geleverd door de kleinste project categorieën tm. 5,5 kWp, met zéér lage volumes aan de linkerzijde. Maar door de grotere project categorieën onderscheiden door CertiQ. Categorie 5-15,5 kWp levert nog een "beetje" capaciteit, geaccumuleerd tot 23,6 MWp in de eerste cijfers voor 2019 (marginaal hoger t.o.v. revisie van 2018). Maar de 2 grootste categorieën zijn - en blijven - het belangrijkst.

Binnen de vermogens-categorie 15,5 - 100 kWp, klom de geaccumuleerde capaciteit op redelijk regelmatige wijze jaarlijks van 6,8 MWp (2010) naar al 255,2 MWp in de recent gepubliceerde eerste cijfers voor 2019. Dat is al bijna 41% meer volume t.o.v. de gereviseerde 181,6 MWp voor eind 2018. Het echte "spektakel" geschiedde echter bij de categorie installaties per stuk groter dan 100 kWp, in de laatste kolommen groep. Daar groeide het volume relatief gestaag, van 5,3 MWp in 2010, naar 36,3 MWp in 2014. Daarna ging er een serie boosters overheen, met bijna 114 MWp in 2015, ruim 302 MWp in 2016, dik 565 MWp in 2017, en 1.419 MWp in het gereviseerde jaaroverzicht voor 2018. En inmiddels, met nog voorlopige, later nog (opwaarts) bij te stellen cijfers, een ronduit spectaculair volume van ruim 2.925 MWp in 2019. Dat is een factor 2,1 maal het gereviseerde eindejaars-volume van 2018, en reeds een factor 26 maal zoveel dan eind 2015 (het eerste echte "versnellings-jaar"). Mogelijk moeten we voor deze grafiek in een volgende versie een logarithmische Y-as introduceren, om nog "iets" te kunnen zien van de data uit de eerdere jaren ...

Nieuwe accumulaties en voorlopige jaargroei cijfers - capaciteiten

Het totale geaccumuleerde volume in het gereviseerde jaaroverzicht van 2018 was 1.644,0 MWp². Dat was zo'n 121 MWp (8%) meer dan in het eerste jaar rapport voor dat kalenderjaar. De 2017 revisie vermeldde voor eind dat jaar een accumulatie van 729,1 MWp. Derhalve is de jaargroei voor 2018, met deze "definitieve" rapportage, uitgekomen op netto 914,9 MWp in de gecertificeerde zonnestroom markt (ruim 15% hoger dan de nog zeer voorlopige 794,2 MWp die begin 2019 resulteerde uit het voorlopige jaar rapport voor 2018). Nogmaals: netto = verschil capaciteit tussen nieuwe inschrijvingen minus uitschrijvingen in hetzelfde kalenderjaar (!).

Het eerste cijfer voor 2019, 3.225,3 MWp, zal ook, naar analogie van wat er met de data voor 2018 is geschied, later worden bijgesteld. Dit zal mogelijk ook "de nodige procenten meer" gaan worden, al weten we natuurlijk nog lang niet hoeveel meer. Voorlopig is in ieder geval de jaargroei t.o.v. het hier boven genoemde gereviseerde EOY cijfer voor 2018 al 1.581 MWp. Alleen dit, het nieuwe project volume voor 2019, bekend bij CertiQ, is al 98% van het totale nieuwe jaarvolume van 2018, wat uit de data van het CBS in haar laatste update ge-extraheerd kon worden (1.611 MWp, dus inclusief alle andere projecten, waar onder de omvangrijke residentiële markt).

De in de grafiek getoonde enorme versnelling in geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteit geeft feilloos de trend weer bij de implementatie van de SDE portfolio's, waar Polder PV regelmatig op hamert. Waar het bij de aantallen gerealiseerde projecten nog niet om "extreme" volumes gaat, neemt de accumulatie curve voor capaciteit zeer sterk toe doordat, naast toenemende aantallen gerealiseerde projecten met SDE beschikking, er gemiddeld genomen (ook) steeds grotere projecten worden opgeleverd. Met als gevolg een zéér hoge capaciteit in met name de laatste project categorie. Die ook geen "maximum begrenzing" heeft. Deze trend zal verder gaan doorzetten, als met name nog meer grote grondgebonden zonneparken, en vele grote rooftop projecten in toekomstige versies van deze grafiek opgenomen zullen gaan worden. Deze trend is al lang ingezet, en zal verder versnellen gezien de enorme portfolio aan SDE ("+") beschikkingen die is opgebouwd in de afgelopen jaren (update tm. SDE 2019 I regeling alhier).

² Totaal opgave jaarsom 2018. Bij optelling van de deelcijfers voor de 8 categorieën is het resultaat 1.644,1 MWp, dus vermoedelijk een afronding betreffend. Een vergelijkbaar afrondingsverschil zien we bij de eerste cijfers voor 2019 (optelling geeft 3.225,5 MWp).

Relatie met Polder PV data voor grootste project categorie

Wederom kunnen we ons gaan afvragen hoe met name de 2.925 MWp voorlopig vastgesteld voor de projecten >100 kWp in de CertiQ registers, eind 2019, zich verhoudt tot het volume wat Polder PV tot nog toe heeft staan in zijn grote projecten lijst. Ik blijk in de huidige update van mijn inventarisatie al 77% van dat volume aan capaciteit voor single site projecten vanaf 100 kWp als opgeleverd te hebben staan. Dat is niet vreemd, omdat ik vooral de grootste projecten zo goed mogelijk bijhoudt. Maar ook hier geldt, dat ik beslist voor 2019 veel volume nog niet heb gevonden, zelfs in de grootste hier gedefinieerde project categorie > 100 kWp. Daarvan zal zeker een substantieel deel alsnog op mijn netvlies gaan komen, en in de projecten lijst worden bijgeboekt.


Opgelet! CertiQ installaties hebben hun registratie moeten verlengen (2013-2015) - afwijkingen in statistieken mogelijk in die periode.

Deze tweede grafiek voor de capaciteiten, corresponderend met het exemplaar voor de aantallen projecten nieuw per jaar, laat wederom de enorme verschillen in nieuwe capaciteit per grootte-klasse van de projecten goed zien. In 2019 kwam er, met de nog zeer voorlopige eerste cijfers, in totaal een nieuw volume bij van 1.581,3 MWp. Dat is al 666,4 MWp (bijna 73%) meer dan de 853,2 MWp jaargroei in 2018, gedestilleerd uit de gereviseerde data voor zowel EOY 2017 als die voor EOY 2018.

Tot en met de klasse 5,5-15,5 kWp stellen de nieuwe volumes aan vermogen per jaar t.o.v. het geheel aan realisaties vrijwel niets meer voor. Dat, ondanks de behoorlijke hoeveelheid nieuwe projecten die hiermee gepaard zijn gegaan (2e grafiek, "aantallen nieuw per jaar"). Vrijwel alle capaciteits-groei per jaar is gegenereerd in de twee grootste project categorieën, en wel in de meest recente jaargangen. Een relatief bescheiden deel in de categorie 15,5-100 kWp. Totaal 73,6 MWp in 2019. Een volume wat 12,7 MWp (21%) meer is dan de 60,9 MWp jaargroei in de gereviseerde cijfers voor 2018.

Voor de grootste project categorie namen de jaargroei cijfers rap toe. In 2015 was het nog maar 77,3 MWp (3,7 maal het jaarvolume in 2014). Het werd al bijna 189 MWp nieuwe capaciteit in 2016 (2,4 maal de jaargroei in 2015), en nam "relatief bescheiden", met 40%, toe, tot ruim 263 MWp nieuwe jaar capaciteit in 2017 (gereviseerde cijfers).

Vervolgens kwam er een enorme sprong omhoog in 2018. Met een nieuw, gereviseerd jaarvolume van 853,2 MWp. Een factor 3,2 maal het nieuwe jaarvolume in 2017 in deze categorie.

De sprong in 2019 was - wederom met de later nog aan te passen eerste jaarcijfers - gigantisch. Er kwam in de grootste categorie voorlopig al 1.506,6 MWp bij, alweer een factor 1,8 maal zo veel nieuw jaarvolume dan in 2018. De nieuwe jaargroei in 2019 is met deze voorlopige data voor de grootste project categorie al een factor 19 en een half maal zo groot dan de aanwas in 2015.


3. Accumulaties alle project categorieën - aantallen en capaciteiten, tm. 2019

In deze grafiek worden, van jaar tot jaar, de cumulerende totalen van alle 8 zonnestroom project categorieën getoond in de databank van CertiQ, zoals gepubliceerd in de gereviseerde jaar rapportages tot en met 2018, en als laatste toevoeging de eerste voorlopige cijfers voor 2019. Voor zowel de aantallen (gestreepte blauwe lijn, linker Y-as) als de capaciteiten (oranje kolommen, rechter Y-as, in MWp). Duidelijk is de forse "stagnatie" in - met name - de accumulerende aantallen projecten te zien in de jaren 2013-2015. Een gevolg van de verplichte "her-registratie operatie" in die jaren. Daarna trok het aantal weer aan door nieuwe inschrijvingen van, met name project realisaties vanuit de SDE 2013 en, vooral, de SDE 2014 regelingen, aangevuld met een sterk groeiend contingent uit de latere jaargangen. Het tempo is pas recent ongeveer even hoog geworden als in de beginjaren, toen vooral kleine residentiële projectjes nog toegang hadden tot de (oude) SDE subsidie rondes. Het voorlopige eindtotaal in 2019, 21.141 installaties, ligt, met 3.742 nieuwe projecten t.o.v. het gereviseerde eindejaarsvolume voor 2018 (17.399 projecten), bijna 22% boven dat EOY cijfer.

Bij de capaciteit cumulatie is de ontwikkeling, ondanks de her-registratie, continu verder gegaan, en ging deze vanaf 2014-2015 zelfs fors in de versnelling. In twee jaar tijd werd het volume (119 MWp eind 2014) bijna verviervoudigd tm. 2016. In 2017 is daar alweer ruim 303 MWp bovenop gekomen, tot een accumulatie van ruim 729 MWp. 2018 geeft een nog hoger nieuw volume te zien. T.o.v. het gereviseerde eindejaars-cijfer voor 2017 is er weer 915 MWp bijgekomen. Leidend tot een EOY volume van 1.644 MWp in dat jaar. En resulterend in een factor bijna 2,3 maal genoemde eindejaars-capaciteit EOY 2017.

De voorlopige cijfers voor 2019 geven al een formidabele groei van 1.581,3 MWp t.o.v. het gereviseerde EOY 2018 volume te zien, leidend tot een EOY accumulatie van 3.225,3 MWp. En qua jaarlijkse aanwas alweer een factor 1,7 maal het nieuwe volume in 2018 (jaargroei toename 73%). De verwachting is dat deze cijfers allemaal opwaarts zullen worden bijgesteld in latere updates van de hand van de TenneT dochter.

Discrepantie met cijfers uit maand rapportages

Zie daarvoor een korte bespreking in het gereviseerde jaar rapport voor 2018.

Evolutie systeemgemiddelde capaciteit

Tot slot heb ik in de laatste grafiek ook nog het voortschrijdend systeemgemiddelde volgend uit voornoemde 2 curves in de grafiek weergegeven (groene lijn; referentie tevens rechter Y-as, in kWp gemiddeld per project). Hierbij zien we ook een opvallend progressieve ontwikkeling, ook al betreft het de accumulatie van alle installaties bij CertiQ. Ik heb de begin (2009) en eindwaardes (revisies 2017-2018, eerste resultaten voor 2019) weergegeven in de grafiek. Eind 2017 was het systeemgemiddelde al zo'n 50 kWp. In het gereviseerde jaaroverzicht voor 2018 volgt al een bijna dubbel zo hoog systeemgemiddelde van 94 kWp voor alle CertiQ projecten in dat rapport (17.399).

De voorlopige cijfers voor 2019 laten alweer een gemiddelde capaciteit van 153 kWp per project zien, waarvan er EOY 21.141 stonden ingeboekt bij CertiQ. Dat gemiddelde is al een factor bijna 22 maal zo hoog is dan de gemiddelde capaciteit eind 2009, 7 kWp per bij CertiQ geregistreerde PV installatie (toen nog maar 2.829 projecten).

CertiQ geeft zelf ook nog een progressie grafiek van de maandelijkse evolutie in haar voorlopige jaaroverzicht over 2019. In die grafiek de evolutie van de aantallen PV projecten (gele kolommen, linker Y-as), resp., het daarmee gepaard gaande volume in MWp (rode lijn, rechter Y-as), van januari 2018 tm. december 2019:



^^^
Evolutie zonnestroom capaciteit en aantallen installaties, uit 1e jaar rapport van CertiQ over 2019

De groei over de getoonde periode is evident, en wat de capaciteit betreft, met duidelijke versnellingen vanaf het voorjaar van 2019. Deze groei zal ook wel nog langere tijd zo doorgaan, gezien de immense portfolio aan SDE beschikte PV projecten die wachten op realisatie. In oktober zien we een sterkere toename. Mogelijk is in dit overzicht wel al die maand het grootste project van Nederland (zonnepark Midden-Groningen) toegevoegd aan de cijfers. Maar volgens de maand rapportages zelf (cijfer tabellen), is november 2019 "de topmaand" (tot nog toe) geweest. Met een spectaculaire toevoeging van bijna 410 MWp in 1 maand tijd.


4. Nieuwe PV capaciteit per jaar bij CertiQ, en gecertificeerde zonnestroom productie in 2019

Tot slot hier onder ook de reeds eerder besproken grafiek met de capaciteitsgroei per jaar, en de door CertiQ afgegeven Garanties van Oorsprong (GvO's) voor gecertificeerde zonnestroom, in de afgelopen jaren. Capaciteit is ditmaal gebaseerd op eerdere revisies van historische cijfers, die niet openbaar zijn gepubliceerd door CertiQ (tm. april 2015, in bezit van Polder PV), en op basis van de daarna wel openbaar gepubliceerde gereviseerde jaar rapportages. De status van de GvO's is gebaseerd op de laatst bekende gereviseerde cijfers, tot en met het exemplaar voor 2018, gepubliceerd op 21 oktober 2019. Voor 2019 zijn de cijfers voor de GvO's nog lang niet volledig. Ten eerste is de opgave tm. november 2019 gedaan (recentere info nog niet voorhanden). Ten tweede: de GvO cijfers worden vaak nog tot 2 jaar na het betreffende jaar bijgesteld, minimaal twee keer (in gereviseerde jaar rapport, en ook nog in het eerstvolgende jaar rapport van het nieuwe, opvolgende jaar).


Blauw (inset): capaciteits-groei per jaar (totaal volume alle categorieën; MWp per jaar, aparte Y-as links). Geel (kolommen grote grafiek, Y-as rechts in GWh/jaar, uitsluitend gecertificeerde productie): geijkt bemeten, totale zonnestroom productie van deze volumes, vertaald in de door CertiQ afgegeven Garanties van Oorsprong weergegeven in de gereviseerde jaar rapporten tm. 2018, en nog zéér voorlopige, deels onvolledige cijfers, voor 2019 (gearceerde kolommen). Netto jaargroei capaciteit 2007-2008 gering (afgerond "0"): 94, resp. 155 kWp.

Van 2007 tm. 2019 is de jaarlijks toegevoegde capaciteit gemiddeld genomen 189 MWp/jaar geweest (gestippelde open kolom achteraan in de inzet, vorige update tm. 2018: 102 MWp/jaar). Alleen in 2019 werd met de nog zeer voorlopige cijfers (1.581 MWp nieuw) al een factor 8,4 maal zo veel gecertificeerd volume aan de CertiQ databank toegevoegd t.o.v. dat lang-jarige gemiddelde.

Wat betreft de gecertificeerde stroom productie (grote grafiek, gele kolommen): de - opwaartse - bijstelling voor 2016 is, in diverse stappen, 46,5 GWh geweest, een toename van in totaal bijna 16%. De door CertiQ genoteerde gecertificeerde productie voor 2017 was aanvankelijk 550,1 GWh (tm. november), werd daarna eerst verlaagd tot 537,3 GWh (hele kalenderjaar), en vervolgens in 2 stappen weer verhoogd, via 540 GWh, tot uiteindelijk 542 GWh in het revisie rapport voor 2018 (1,5% mínder productie dan in de eerste, kennelijk incorrecte publicatie).

Het eerste, nog onvolledige cijfer voor 2018 was 1.066 GWh, wat in het gereviseerde jaar rapport voor dat jaar met 3,6% opwaarts bijgesteld is tot 1.104 GWh voor het hele kalenderjaar. In het jaarverslag werd eerder al 1,1 TWh opgegeven voor 2018. In het net verschenen eerste jaar rapport over 2019, is de productie voor 2018 echter opnieuw opwaarts bijgesteld, naar 1.109,8 GWh (afgerond 1.110 GWh in grafiek; alweer 4,1% hoger dan de allereerste opgave door CertiQ).

Als we alle jaren middelen, resteert een gemiddelde hoeveelheid van 335 GWh/jaar aan gecertificeerde zonnestroom productie. Een volume wat snel stijgt met elk toegevoegd jaar (laatste, gestippelde open gele kolom, dit was in de vorige update nog 196 GWh/jaar).

Voor eerder commentaar op een eerste versie van dit diagram, zie bespreking van laatste grafiek in het CertiQ december maandrapport 2017 artikel van 5 januari 2018.

Zonnestroom productie 2019 - gecertificeerd en totaal volume

De eerste opgave voor gecertificeerde zonnestroom productie in 2019, en wel, slechts tm. de maand november, is alweer 1.996 GWh, 80 procent hoger dan de bijgestelde productie in het hele kalenderjaar 2018. En bijna 27 maal zoveel gecertificeerde productie dan de 75 GWh in 2014. Let wel, dat slechts een (groot) deel van de in de inset weergegeven (nieuwe) productie capaciteit in 2019 bijgedragen zal hebben aan de jaarproductie dat jaar, omdat nieuwe volumes slechts een deel van het kalenderjaar zullen zijn aangesloten aan het net. Alleen de nieuwe installaties die vroeg in jan. 2019 zijn aangesloten, zullen volledige kalenderjaar producties hebben gedraaid. Ook is hierin nog geen rekening gehouden met ongetwijfeld forse aanpassingen aan de capaciteit cijfers voor 2019.

In ieder geval zal er minimaal al 2 TWh gecertificeerde zonnestroom zijn geproduceerd in 2019. Dat is al minimaal 57% van de gemiddelde jaarproductie van kerncentrale Borssele (periode 2009-2018, zie derde voetnoot in CBS update artikel), 3.535 GWh/jr.

Uiteraard wordt er al veel meer zonnestroom geproduceerd in Nederland, een aanzienlijk deel nog steeds "niet gecertificeerd", en dus niet bekend bij CertiQ. Martien Visser van Hanzehogeschool RUG en brein achter de energieopwek.nl website, had als eerste afschatting op 2 januari deze tweet geplaatst:



https://twitter.com/BM_Visser/status/1212729387126157313

Hij komt voor kalenderjaar 2019 al op een productie van 5,4 TWh aan zonnestroom (anderhalf maal gemiddelde jaar productie kerncentrale Borssele), met al een aandeel van 4,4% op de totale stroomvraag. Maar hij baseert zich op een conservatief (EOY) volume van ruim 6,5 GWp ("installed base"). Ik heb net in mijn eerste CertiQ artikel met bespreking van de impact van de laatste 2 maandrapportages van 2019, een nieuwe - hoge - prognose gedaan van mogelijk zelfs al 7,1 GWp, aan opgestelde capaciteit, eind 2019. Dus de productie verwachting voor zonnestroom zou dan ook nog een stuk opwaarts bijgesteld moeten gaan worden voor 2019, als mijn voorspelling enigszins hout snijdt. Al moet benadrukt blijven worden, dat een groot deel van het nieuwe volume in dat jaar beslist geen hele kalenderjaar productie heeft gedraaid.

In Visser's tweet ook een fraai plaatje met de berekende opbrengsten voor de "complete PV populatie" in Nederland, per maand (in petajoule, PJ, linker Y-as). Met bovenaan de donkergele kolommen voor de maanden in 2019 de reeds substantiële procentuele toenames t.o.v. de volumes in 2018 (lichtgele kolommen). Het hoogste verschil, 85%, is berekend voor de voorjaars-maand april (KNMI: april 2019 "zeer zonnig", april 2018 "normale hoeveelheid zon")

En-Tran-Ce (initiatief van Hanzehogeschool Groningen) is al geruime tijd bezig om betere prognoses voor productie van zo'n beetje alle energie "bronnen" in Nederland te bepalen op basis van omvangrijke databases, productie cijfers, omrekenings-tools, en geavanceerde voorspellings-protocollen. Voor zonnestroom worden door hen alle instralingsdata van de KNMI stations bij de dataverwerking gebruikt. Deze resultaten worden vrijwel momentaan (in opdracht van destijds de SER organisatie) gepresenteerd in het Energieopwek.nl portal.

Genoemde 3,6 TWh voor 2018 is in ieder geval iets hoger dan de eerder gerapporteerde 3,5 TWh door Visser. Het CBS had al in het 2018 jaar rapport aangekondigd: "Daarom gaat het CBS bij het bijstellen van de 2018 cijfers over zonnestroom dit najaar rekening houden met de daadwerkelijke straling in 2018. Mogelijk gaat het CBS dan ook gebruik maken van de informatie over stroomproductie van veelal grote zonnestroomsystemen zoals die via CertiQ beschikbaar komt".

Dit, gecombineerd met aangepaste capaciteit cijfers, resulteerde voor 2018 in de laatste revisie van het CBS, in december 2019, in een berekende zonnestroom productie van 3.693 GWh in 2018. Dat ligt een stuk boven de (nieuwe) prognose van En-Tran-Ce voor dat jaar, dus daar is het laatste woord vast nog niet over gezegd. Wat niet verbazingwekkend is, gezien de historie van de (brakke) statistieken rond zonnestroom in ons land.


5. Alle wijzigingen in data gepubliceerd door CertiQ

In onderstaande tabelletjes overzichten van de wijzigingen tussen de oorspronkelijke jaar rapporten, en de (finaal) gereviseerde exemplaren van CertiQ, m.b.t. de eindejaars-cijfers voor aantallen installaties en capaciteit van gecertificeerde zonnestroom projecten.

jaaroverzicht CertiQ
Aantallen EOY
2013
2014
2015
2016

2017

2018

2019

oorspronkelijk JO
11.060
10.804*
11.278
12.532
14.430
16.946
21.141
"finaal" JO
11.148
11.130*
11.585
12.989
14.706
17.399
---
verschil (abs.)
88
326
307
457
276
453
---
verschil (%)
0,8%
3,0%
2,7%
3,6%
1,9%
2,7%
---

jaaroverzicht CertiQ
Capaciteit EOY (MWp)
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
oorspronkelijk JO
87,5
113,4
207,7
398,6
672,0
1.523,3
3.225,3
"finaal" JO
91,5
118,6
234,0
426,0
729,1
1.644,0
---
verschil (abs.)
4,0
5,2
26,3
27,4
57,1
120,7
---
verschil (%)
4,6%
4,6%
12,7%
6,9%
8,5%
7,9%
---

Oorspronkelijk was de capaciteit met 3 cijfers achter de komma weergegeven, maar dat is later nog maar 1 cijfer geworden. * 2014 gaf iets lagere eindcijfers bij de aantallen te zien dan in de 2013 rapportages vanwege de impact van de "herinschrijvings-operatie" die toen nog volop aan de gang was. Voor 2019 zijn nog slechts de eerste, later nog te wijzigen cijfers bekend.

Bij de aantallen blijkt gemiddeld een verschil te zijn opgetreden van zo'n 2,5% tussen het originele en het definitieve jaar rapport. Bekijken we alleen de laatste 4 jaar (weinig perikelen meer m.b.t. herinschrijving van projecten bij CertiQ), is het gemiddelde percentage 2,7%. Bij de capaciteiten is het gemiddelde percentage duidelijk hoger. Over de jaren 2013-2018 gemiddeld 7,5% verschil tussen de originele en de definitieve jaar rapportages. Over de jaren 2015-2018 zelfs gemiddeld 9,0%. Dit komt, omdat nog "missende" volumes in de oorspronkelijke jaar rapportages de laatste jaren heel wat groter zullen zijn dan in eerdere jaren, vanwege de forse schaalvergroting bij de rooftop projecten, en de toenemende instroom van grote, veel MWp-en toevoegende grondgebonden projecten in latere jaren. Dit, in combinatie met de altijd optredende vertragingen bij de administratie van dit soort projecten. Dat maakt, dat de afwijking tussen het "finale" en het oorspronkelijke rapport significant is wat de toegevoegde megawattpieken betreft. Waarmee dus rekening gehouden moet worden als alleen nog maar een eerste, voorlopige rapportage beschikbaar is (in komende jaren). En, naar verwachting, de schaalvergroting nog verder zal gaan toenemen. Met name vanwege het toenemende aantal gerealiseerde (zeer) grote veld-installaties.

In het uitgebreidere overzicht heb ik bijgehouden welke (andere) wijzigingen er zijn geweest in de loop van de tijd, m.b.t. gepubliceerde jaar data over zonnestroom bij CertiQ (en deels in MEP / SDE rapportages). Dit, om aan te geven dat dit soort cijfers zelden "statisch" zijn, maar vaak achteraf en/of in andere publicaties tussentijds kunnen worden bijgesteld. De laatste cijfers voor het eerste jaar rapport voor 2019 zijn links bovenaan toegevoegd aan de tabel.


^^^
Klik op plaatje voor presentatie in separaat venster


6. Status PV capaciteit CertiQ t.o.v. status CBS

Nu de "definitieve" capaciteit cijfers voor 2018 bekend zijn bij CertiQ, kunnen we deze weer gaan vergelijken met de meest recente inzichten voor de totale eindejaars-volumes (EOY) zoals CBS die voor heel Nederland heeft vastgesteld met een nieuwe cijfer methodiek. Deze zijn op 19 december 2019 wederom, na verschillende tussentijdse rapportages en wijzigingen, gereviseerd (bespreking methodiek, o.a. resultaten van 30 mei 2019, rapportage "Hernieuwbare energie in Nederland 2018" verschenen (30 sep. 2019), en, tot slot, een forse aanpassing in de december 2019 rapportage (waar ook eerdere cijfer meldingen zijn gelinkt). Voor de aantallen installaties vastgesteld met de nieuwe methodiek, raadplegen we de separate Open Data tabel "Zonnestroom, vermogen bedrijven en woningen, regio (indeling 2018)". Waarvan de laatste update datum 20 december 2019 is.

  • CBS cijfers nationaal PV vermogen EOY (eindejaar) 2018: 4.522,136 MWp verdeeld over 774.093 installaties
  • CertiQ cijfers gecertificeerd PV vermogen EOY 2018 (revisie): 1.644 MWp verdeeld over 17.399 projecten

Uit bovenstaande volgt, dat met de huidige stand van zaken bij de twee grote nationale cijfer instituten op het gebied van eindejaars-accumulaties, de CertiQ databank eind 2018 slechts 2,2% van het aantal van de totaal door CBS vastgestelde PV projecten moet hebben bevat (dat was EOY 2017 zelfs nog 2,6%). Maar dat het bij de geaccumuleerde (gecertificeerde) PV capaciteit al om ruim 36% moet zijn gegaan. EOY 2017 was dat aandeel nog "slechts" ruim 25%. In 2014, vóór de rappe groei in de implementatie van de SDE beschikkingen, was dat volume bij het vermogen nog maar een krappe 12%. Het gaat dus echt hard bij de implementatie van grote volumes aan (grote) PV projecten.

Voor 2019 is dit vooralsnog speculeren geblazen. Het voorlopige EOY 2019 volume bekend bij CertiQ is ruim 3,2 GWp. Een speculatieve berekening voor het totale nationale volume, EOY 2019, komt op 7,1 GWp (zie paragraaf 9 in laatste CertiQ artikel van Polder PV). Dat zou in dat geval betekenen, dat het aandeel van gecertificeerde capaciteit op het totaal volume al zou zijn toegenomen tot 45%. Omdat er nog de nodige onzekerheden zijn over de volumes, is dit vooralsnog een tongue-in-cheek afschatting.

Conclusie: zeker met de blijvende stortvloed aan in te vullen SDE "+" beschikkingen (met name de SDE 2016 tm. 2019 regelingen), zal het nu al zeer significantie CertiQ dossier nog verder aan belang winnen. En een steeds groter deelvolume van de totale PV capaciteit in Nederland gaan bevatten. Het werd de hoogste tijd, dat de cijfers van CertiQ, ook wat dat betreft, meer aandacht gaan krijgen, dan ze jaren hebben gehad in ons land. De tweets die Polder PV al jaren zet over zijn zeer informatieve, inhoudelijke CertiQ rapportages, behoren tot de slechtst geretweete en "gelike-te" exemplaren in zijn oeuvre. Tot op de dag van vandaag trekt Polder PV de haren uit zijn hoofd over zo veel huivering-wekkende publieke ignorance op dit zeer belangrijke dossier ...

Uit bovenstaande data van CBS versus CertiQ is ook te destilleren dat eind 2018 een gemiddeld PV project bij CBS een omvang had van ongeveer 5,8 kWp (EOY 2017 was dat nog 5,0 kWp). Bij CertiQ lag dat niveau ruim een factor 16 hoger, 94,5 kWp (EOY 2017 was dat nog 49,6 kWp) ! Uiteraard heeft dit alles te maken met het feit, dat in het CBS dossier honderdduizenden kleine residentiële installaties zijn opgenomen (naast alle andere projecten), terwijl de CertiQ databank voor het overgrote merendeel alle grote(re) PV projecten bevat die een of meer SDE beschikkingen hebben. Of projecten waarvan de ontwikkelaars / eigenaren om wat voor reden dan ook zonder SDE subsidie toch Garanties van Oorsprong voor hun productie willen verzilveren (wat uitsluitend via "monopolist" CertiQ kan worden gerealiseerd).

Een kanttekening hierbij blijft noodzakelijk. CBS kan namelijk haar jaarcijfers nog steeds bijstellen, ondanks de al forse revisie, eind vorig jaar. De cijfers voor 2018 worden namelijk gekwalificeerd als "nader voorlopig". De laatste vier jaar is de "traditie", dat de CBS data telkens weer opwaarts werden gereviseerd (zie tabel bovenaan mijn laatste CBS cijfer evaluatie). De impact van het gecertificeerde volume t.o.v. het totaal kan dus nog wel wat minder worden (wat inderdaad is geschied bij de revisie met de december 2019 cijfers, al was het een gering effect). Al zal het beslist veel hoger liggen dan in 2017. Mogelijk weten we pas later in 2020 wat de "exacte" verhouding tussen gecertificeerd en niet gecertificeerd (grotendeels, doch beslist niet exclusief residentieel) volume zal zijn in het kalenderjaar 2018. Daarbij ook de blijvende waarschuwing, wat de CBS cijfers betreft. Het statistiek instituut claimt, dat met hun nieuwe onderzoeks-methodiek, "de totale onnauwkeurigheid in de elektriciteitsproductie uit zonnepanelen afgeschat wordt op 20 procent". Dat is een forse statistische mogelijkheid tot afwijking van de realiteit. Die deels is terug te voeren op blijvende onzekerheden rond de door hen nieuw samengestelde capaciteits-cijfers. En dat zal zo blijven zo lang niet álle PV capaciteit gevalideerd, en nauwkeurig, met de exacte nominale vermogens (inclusief die van de bizar slecht gedocumenteerde, talloze uitbreidingen !), centraal staat geregistreerd. Vooralsnog zal zo'n centraal register een complete illusie blijven, en moeten we blijven roeien met de riemen die we hebben.


Bij de jaargroei cijfers (YOY) doemt het volgende beeld op in de vergelijking tussen de cijfers verstrekt door CBS en CertiQ:

  • CBS cijfers nationaal PV vermogen YOY 2018: 1.611 MWp verdeeld over 774.093 - 582.051 = 192.042 nieuwe installaties (Open Data CBS)
  • CertiQ cijfers groei gecertificeerd PV vermogen YOY 2018 (revisie): 914,9 MWp verdeeld over 2.693 nieuwe projecten

Uit bovenstaande volgt, dat met de huidige stand van zaken bij de twee grote nationale cijfer instituten op het gebied van energie data, de CertiQ databank bij de jaargroei in 2018 slechts 1,4% van het aantal van de uit de EOY cijfers van CBS afgeleide nieuwe PV projecten moet hebben bevat (dat was YOY 2017 1,2%, en bij YOY 2015 zelfs nog maar 0,5%). Maar dat het bij de nieuwe (gecertificeerde) PV capaciteit al om bijna 57% moet zijn gegaan (dat was nog bijna 61% in de voorgaande update vóór de grote CBS revisie). In YOY 2017 lag het aandeel op 39%, in YOY 2015 was het beduidend lager. CertiQ had toen ruim 22% van het totale nieuwe volume. In 2014 lag het zelfs nog maar op bijna 12%. Het is nog steeds mogelijk dat CBS alsnog met aangepaste cijfers voor (de jaargroei in) 2018 zal komen, waardoor vooral vanwege opwaartse bijstellingen voor de projectenmarkt de volumes en de verhoudingen tussen het nieuwe gecertificeerde / niet gecertificeerde vermogen kunnen wijzigen. Mijn verwachting is echter, dat een eventuele laatste bijstelling voor 2018 gering zal zijn.

De verwachting voor 2019 is, dat door de enorme groei van het nieuwe project vermogen, het aandeel van CertiQ op het totaal bij de capaciteit weer flink toegenomen zal zijn. Ten koste van de ook hard groeiende niet gecertificeerde (grotendeels residentiële) markt. Waarschijnlijk gaat het gecertificeerde nieuwe jaar-volume dan wellicht al richting de 70% van de totale aanwas in 2019. Betrouwbare cq. officiële cijfers over 2019 zullen echter nog wel eventjes op zich laten wachten.


7. Jaaroverzicht 2019 - andere belangrijke parameters

Het CertiQ jaar rapport bevat natuurlijk veel meer cijfers dan alleen voor zonnestroom. Het is in drie grote secties onderverdeeld. De grootste, "klassieke" is die voor duurzame elektriciteit. Daar is de laatste jaren duurzame warmte bijgekomen, en recentelijk, vanwege de verplichting om álle stroomverbruik in Nederland gecertificeerd te krijgen per 1 januari 2020, ook een nieuwe sectie, "niet-hernieuwbare elektriciteit".

Duurzame elektriciteit

De - gereviseerde - productie van duurzame elektriciteit was in 2018 16.321,4 GWh, waarvan windenergie het grootste deel, 10.576,0 GWh (65%) voor haar rekening nam, biomassa 4.563,1 GWh (28%), zonnestroom 1.109,8 GWh (6,8%), en waterkracht slechts 72,5 GWh (0,4%).

Tot en met november 2019 is er voor dat jaar al bijna 3% meer productie geregistreerd, en dat zal later nog fors meer kunnen worden wegens alle noodzakelijke (streng gecontroleerde) administratieve processen. Nu al is 16.748,2 GWh productie gecertificeerd , waarvan windenergie 59% claimt, biomassa ruim 28%, zonnestroom al bijna 12%, en waterkracht minder dan 0,4%. De verhoudingen tussen deze modaliteiten kunnen in latere updates beslist ook nog verschuiven.

Daarnaast is er in 2018 ook nog eens voor bijna 43,7 TWh aan garanties van oorsprong uit het buitenland Nederland in geïmporteerd om de enorme hoeveelheid groene stroom contracten van "groenheid" te voorzien (gezien de weliswaar toegenomen, docht nog steeds bescheiden eigen duurzame productie in Nederland). Het overgrote merendeel betreft windenergie certificaten (het goedkoopst, en in grote volumes verhandeld), bijna 24 TWh, 55% van de import. Zonnestroom certificaten werden ook geïmporteerd, maar die hadden slechts een aandeel van 1,8 TWh in 2018, 4,1%. Waterkracht GvO's waren ook nog steeds populair, met 14,5 TWh goed voor ruim 33% van de totale import. Daarnaast kwamen er ook biomassa (7,2%) en geothermie GvO's onze kant op (0,4%).

In 2019 lagen de verhoudingen nog "gunstiger" voor wind certificaten: 63% van de in totaal 45,2 TWh aan import (!) GvO's, en 32% aan waterkracht exemplaren, zonnestroom deed het dit maal rustiger aan, met slechts 0,9% van totaal volume. Opvallend is, dat het laat tot het Europese GvO handels-systeem ingetreden Spanje, in 2019 reeds "de nieuwe kampioen" Italië, met een aandeel van 29% heeft verslagen (Italië slechts 24%, zie ook taart diagram hier onder). Andere contribuanten met relatief hoge aandelen waren "oud-kampioen" Noorwegen (bijna 10%), Zweden, Frankrijk en Denemarken (8,5 - ruim 7% van totaal). In totaal leverden 17 landen GvO's aan Nederland...



^^^
Import verdeling van GvO's, Nederland in, 2019
Grafiek van CertiQ, uit eerste jaar rapport over 2019

De GvO import Nederland in, is van 2017 naar 2019 gestegen van 38,3 via 43,7 naar 45,2 TWh, een stijging van 18% in drie jaar tijd.

Bij de export volumes van Garanties van Oorsprong voor elektra gaat het om veel bescheidener hoeveelheden. Ze gingen in 2017 tm. 2019 van 2,6 via 3,4 naar 3,3 TWh. In 2019 was de import Nederland in, dus een factor bijna 14 maal zo groot dan de export van GvO's uit Nederland ... In 2018 waren biomassa GvO's bij de export nog de grootste component (45%), in 2019 waren het windcertificaten (63%). Zonnestroom GvO's speelden een veel kleinere rol bij de export (in 2019 ruim 9%). Noorwegen, en, wellicht verrassend voor velen, groene stroom productie kampioen Duitsland waren de grootste recipiënten van de door Nederland ge-exporteerde GvO's. België zat op minder dan het halve niveau van dat van Duitsland (verdeling plm. 47% / 37% / 16%).

Let op dat de cijfers voor 2018, en zeker voor 2019, nog kunnen wijzigen (zowel voor import als export).

"Niet-hernieuwbare" elektriciteit

In dit nieuwe dossier steeg de geregistreerde Nederlandse productie capaciteit eind 2019 naar bijna 15,3 GW, verdeeld over 502 installaties. De hoeveelheid aangemaakte certificaten steeg van 2018 naar 2019 in aanzienlijke mate, van 8,9 naar 38,5 TWh. Aardgas certificaten zijn dominant (88% in 2019), daarnaast zijn certificaten voor elektra uit steenkool, en huishoudelijk afval aangemaakt, alsmede een restcategorie "overig". Ook werd een sterk toegenomen hoeveelheid certificaten geïmporteerd (toename van 40 naar 2.483 GWh), vermoedelijk om alle leveringscontracten voor eind 2019 "dichtgetimmerd" (gecertificeerd) te krijgen.

Een forse hoeveelheid "niet-hernieuwbare" certificaten werd ge-exporteerd. De belangrijkste recipiënten in 2019 waren Oostenrijk en Noorwegen (in 2018 lag de verhouding andersom), Estland speelde de derde viool. In 2019 werd voor 9,3 TWh aan dit soort certificaten ge-exporteerd. Een toename van ruim 50% t.o.v. 2018.

Duurzame warmte

Het aantal productie installaties wat duurzame warmte levert steeg eind 2019 naar 404 exemplaren, met een capaciteit van ruim 3 GWth. Biomassa centrales / installaties zijn dominant, met 354 units, en een verzameld thermisch productie vermogen van 2,5 GWth. Daarnaast zijn er 21 geothermie installaties geregistreerd, met 475 MWth. En een bescheiden aantal van 29 grote thermische zonne-energie installaties, met een gezamenlijk vermogen van 43,3 MWth (gemiddelde systeem capaciteit: 1,5 MWth per project). 1,4% van het totale duurzaam geachte thermische productie vermogen omvattend. In 2018 waren deze cijfers voor thermische zonne-energie nog 19 installaties, 20,6 MWth capaciteit, 1,1 MWth gemiddelde project omvang (en 0,7% aandeel van totaal thermische capaciteit duurzaam). Er zijn dus 10 installaties bijgekomen in 2019, met 22,7 MWth aan capaciteit (gemiddeld 2,3 MWth per installatie).

De tot nog toe geregistreerde duurzame productie uit al deze duurzame thermische installaties was in 2018 5,7 TWh equivalenten (biomassa 82%, geothermie ruim 18%, en, nog bijna te verwaarlozen, thermische zonne-energie, 0,05%). Voor 2019 is reeds 4,8 TWh eq. tm. november geregistreerd, maar er moet nog heel veel volume worden verwerkt en ge-administreerd, dus de verwachting is dat het totaal fors zal zijn opgelopen, vorig jaar. Hoeveel meer, is nog even afwachten. Administratie van duurzame warmte, zeker van de kleinschalige bronnen, is complex en tijdrovend. Wel is het interessant om te melden dat voor thermische zonne-energie al 14,2 GWh eq. aan productie staat genoteerd, een factor 4,7 maal de 3 GWh equivalenten, die voor 2018 was opgegeven.

Tot slot geef ik hier onder nog de evolutie grafiek van de ontwikkeling voor thermische zonne-energie, zoals CertiQ die in haar 1e jaar rapport over 2019 heeft gepubliceerd:



^^^
Evolutie van thermische zonne-energie capaciteit en aantallen installaties, uit 1e jaar rapport van CertiQ over 2019


Disclaimer CertiQ in maandrapport december 2013 en in 1e jaarrapport 2013 (24 jan. 2014)


Links

Polder PV:

CertiQ - laatste maandrapporten 2019; maand record nieuwe PV-capaciteit november 410 MWp, voorlopige toename 2019: 1.702 MWp = 2x groei 2018 (7 januari 2020; laatste maand rapport bespreking van CertiQ door PPV voor publicatie van huidige web pagina; o.a. record toename in maandrapport november 2019, en poging tot prognose voor status voor medio 2020)

"Definitief" jaaroverzicht CertiQ 2018*, in vergelijking met gereviseerde rapportages voorgaande jaren - zonnestroom (definitieve CertiQ cijfers voor 2018 door PPV, 23 oktober 2019)

"Vroege" CertiQ update september 2019 - groei gecertificeerde zonnestroom weer naar normaler niveau, 72 MWp nieuw toegevoegd, nieuw kwartaal record (440 MWp) (voor-laatste maand rapport bespreking van CertiQ door PPV, voor publicatie van huidige web pagina. Met nieuwe poging eindejaars-prognose voor 2019. 8 oktober 2019)

CertiQ Jaarverslag 2018 uit - weer de nodige records voor gecertificeerde energie in Nederland (bespreking jaarverslag 2018 van CertiQ, 30 juli 2019)

CertiQ update juni 2019 - weer goede maand zonnestroom & verwachte records eerste half jaar 2019 (voorlopige eerste - record - resultaten voor toename gecertificeerde PV volumes in eerste half jaar 2019, 9 juli 2019)

Zonnestroom in Nederland: gecertificeerd vermogen. CertiQ 2018 - belangrijkste grafieken zonnestroom. Status update: 2018 1e versie (voorlopige inventarisatie CertiQ cijfers 2018 door PPV, 6 januari 2019)

Zonnestroom in Nederland: gecertificeerd vermogen. CertiQ 2017 - belangrijkste grafieken zonnestroom. Status update: 2017 definitief (definitieve CertiQ cijfers voor 2017 door PPV, 4 september 2018)

Zonnestroom in Nederland: gecertificeerd vermogen. CertiQ 2017 - belangrijkste grafieken zonnestroom (voorlopige inventarisatie CertiQ cijfers 2017 door PPV, 6 januari 2018)

Extern:

Statistische overzichten CertiQ (jaar overzichten vanaf 2016; alleen meest recente maandoverzichten vanaf 2017; oudere overzichten [allen in archief van PPV] niet meer publiek beschikbaar via de website van CertiQ)

Statistisch jaaroverzicht CertiQ 2019 (duurzame en "niet-herniewbare" elektriciteit, duurzame warmte, in 1 overzicht, eerste cijfers, producties nog onvolledig, 7 januari 2020)

Revisie Statistisch jaaroverzicht 2018 (elektriciteit, in pdf format, 21 oktober 2019)

Statistisch jaaroverzicht CertiQ 2018 (elektriciteit, in pdf format, 1e, zeer voorlopige versie, 3 januari 2019)

Gereviseerd jaaroverzicht elektriciteit 2017 van CertiQ (elektriciteit, in pdf format, 27 augustus 2018)

Eerste - zeer voorlopige - jaaroverzicht elektriciteit 2017 van CertiQ (elektriciteit, in pdf format, 3 januari 2018)

Jaarverslagen CertiQ (inclusief jaarverslag 2018, 2019 verschijnt pas mogelijk ergens medio 2020)

"Vooral kleinere PV-systemen nieuw op zonne-energie markt; SDE geld blijft onbenut" (Wayback Archive weergave van artikel van 12 januari 2010 van DuurzameEnergie Thuis, met interessante tabel met uitsplitsing systeemgrootte van CertiQ, en commentaar van Polder PV. Tabel niet meer te zien. Zie data en grafiek die PPV daar van maakte)


Webpagina opgemaakt 7-8 januari 2020; gepubliceerd dd. 9 januari 2020


 
 
 
© 2020 Peter J. Segaar / Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP